10 februari: El Ouatia (Tan Tan Plage).
In tegenstelling tot gisteren was het vanochtend direct helder en was de zon al uitbundig aanwezig. Het werd vandaag ruim 25 graden.
Omdat het zondag was, was het tijd voor een iets uitgebreider ontbijt dan gewoonlijk. Dus een eitje en een sapje er bij.
We waren gisteren al even op stap, nou ja fiets, geweest, dus vandaag rustig aan. Eerst genieten van en in de zon met een boek.
Rond halftwee hadden we met elkaar afgesproken in het centrum om gezamenlijk te gaan eten. We kozen voor brochettes en een salade vooraf, het werd zowaar een uitgebreide maaltijd met als extra een schaaltje witte bonensoep en patat. En afgesloten met een lekkere nos-nos: sterke koffie met melk. En dat alles voor omgerekend ongeveer €6.- p.p.
We wilden nog even naar de campergedoogplaats aan de noordkant van het dorp en waren dus op de fiets naar het centrum gegaan. We vonden de cp, maar waren niet jaloers. Voor zover wij konden zien waren er geen faciliteiten (meer).
Er wordt druk gewerkt aan de nieuwe boulevard. Hij was al verder gevorderd dan vorig jaar, er moet nog een afstandje worden overbrugd tot aan de eerste camping. Het ziet er allemaal keurig verzorgd uit met hier en daar fitnesstoestellen.
De ‘ventweg’ die voor de camping lang loopt is voor een deel opengebroken. Ook naast de camping is men druk bezig. Zo te zien worden er rioleringsbuizen gelegd. We hebben sterk het vermoeden dat die op zee uitkomen.
Wij staan hier bewust op een kampeerplaats zonder stroom. We spraken landgenoten die eerst op een plaats mét stroom stonden, die hebben ze de volgende ochtend ingeruild voor eentje zonder. ’s Avonds, zodra hier en daar de televisies en andere elektrische apparatuur aan gaan, zakt de netspanning zodanig dat een kritische ondergrens wordt bereik voor bijvoorbeeld een koelkast.
Na onze fietstocht hadden we ons met een geschilde sinaasappel in de schaduw naast de camper geïnstalleerd. De wind kwam van land en was aangenaam. Maar in tijd van vijf minuten hoorden we het ruisen van de zee. De wind was gedraaid en kwam nu over zee, was koeler en haalde behoorlijk aan. Omdat de ondergrond van de camping uit droog zand bestaat, kun je het waarschijnlijk al raden. Veel stuifzand, we zijn dan ook vroegtijdig naar binnen verhuisd. Jammer, maar het was niet anders.
één van de vele moskeeën
het vuurtje onder de brochettes wordt aangewapperd
de broodkar
en op veel plaatsen staan de tajines te pruttelen
de cp; kaal en saai
boulevard met fitness
zeezicht
ook zelf even proberen
zonsondergang: 19:35
11 februari: El Ouatia (Tan Tan Plage).
Er loopt hier op de camping één campinghond. Overdag drentelt ze over de camping of zoekt ze een plekje in de schaduw onder één van de vele campers. Vandaag waren wij favoriet. Ze heeft af en toe veel vriendjes, maar je merkt ze nauwelijks. ’s Nacht is dat soms anders en worden de camperaars uit de slaap gehouden. Het zou niet moeten, maar het gebeurt.
Toen we wakker werden scheen de zon al weer. Het werd, net als gisteren, met 23 graden weer een heerlijke warme dag.
Voor brood, groente en fruit zijn we weer naar het centrum gefietst en scoorden sinaasappels en mooie verse aardbeien. De diverse groentes bij de winkeltjes lagen er al te lang en zagen er niet echt fris meer uit.
Het was inmiddels koffietijd, dus een nos-nos’je bij het restaurantje op de hoek ging er wel in.
Op de terugweg zagen we dat de camper die buiten bij de werkplaats/spuiterij stond, nu werd gespoten. Hij zag er al aanmerkelijk beter uit. Het eindresultaat zullen we niet meer zien omdat we morgen weer vertrekken.
Nadat we bij onze camper een broodje hadden gegeten, zijn we een strandwandeling gaan maken. Vanaf de camping in de richting van het centrum. Heen en terug ongeveer 4,5 kilometer. Vooral in de nabijheid van het centrum ligt een mooi schoon zandstrand, zoals wij dat thuis ook kennen. Er waren nagenoeg geen mensen op het strand, het was dan ook een gewone werkdag. We troffen een man en twee vrouwen die mosselen hadden gezocht, een vuilniszak vol en een paar emmers. Even verderop werden we aangesproken door een paar vrouwen. En na wat heen en weer geklets kregen we elk een mandarijntje. De Marokkanen die wij ontmoeten zijn over algemeen heel erg vriendelijk.
Het was opkomend tij en dat kan heel snel gaan. Een stelletje had eigenlijk net iets te lang op een paar stenen in de zee gestaan. Het werd een hele toer om weer droog op het strand te komen. Ze moesten tot hun knieën door het water, waarbij zij haar gouden tasje hoog moest houden.
Direct na de strandwandeling zijn we onder de douche gestapt. Het douchewater op deze camping wordt verwarmd door zonnecollectoren, waarbij het warme water mogelijk in een geïsoleerd vat wordt opgeslagen. Hoe dan ook, als meerdere gasten onder de douche zijn geweest, is de kans groot dat er geen warm water meer is. Die ervaring hadden we al. Vandaag ging het goed. We hebben daarna een wijntje bij de buren gedronken en gezamenlijk besloten om morgen verder te gaan. Het reisdoel is Icht.
keuze genoeg, en lékker
de dorpsstraat
nos-nos
ook de omgeving werd een beetje wit...
strandwandeling
zij wachten op hoogwater
zicht vanaf het strand op het centrum
en naar de vissershaven

het was weer een mooie dag
12 februari: Icht.
De honden op, van en bij de camping hebben de afgelopen nacht weer flink van zich laten horen. We moesten er niet aan denken om hier te overwinteren, wat trouwens door veel camperaars wordt gedaan.
We hadden gisteren al geconstateerd dat onze Marokkaanse gasfles bijna leeg was. Een kilometer of tien voorbij Tan-Tan zagen we bij een winkeltje langs de kant van de weg een rek met blauwe gasflessen. We hebben voor €4,50 onze lege fles omgeruild voor een volle, we kunnen er nu weer even tegen.
Als je naar El Ouatia gaat, weet je dat je dezelfde weg van 158 kilometer ook weer terug moet rijden. Dus, daar gingen we weer. De weg tot Tan-Tan is goed, daarna hebben ze vergeten het asfalt te plamuren. Het is ‘grof asfalt’ met hier en daar mindere stukken. Maar het zou best kunnen dat er volgend jaar een volledig nieuwe weg ligt, men is druk bezig. Bij supermarkt Marjane in Guelmin leek het wel een camperreünie. Nagenoeg iedereen maakt hier een tussenstop.
Ons reisdoel vandaag was Icht. Als je op de kaart kijkt, loopt de (rode) N12 rechtstreeks vanaf Guelmim via Icht en Tata verder naar het oosten. Maar dat is de oude N12 die nu P1310 heet. De nieuwe N12 gaat via het zuidelijker gelegen Assa en komt even voorbij Icht weer op de oude N12 terecht. De navigatie stuurde ons ‘om de zuid’. Wij hebben gekozen voor de variant waarbij je op de splitsing links aanhoudt en dan op de P1310 verder gaat. We hebben een eerder jaar al eens per ongeluk de zuidelijke route gereden, we wilden nu beslist via de oude N12. Ben je er nog….? Deze weg is smal, heeft af en toe rafelranden, maar is heel goed te rijden. Temeer omdat er nauwelijks verkeer langs rijdt. Tot aan de splitsing met de R102 waren de auto’s op de vingers van één hand te tellen.
We reden overigens door een prachtig en verlaten landschap. Halverwege vonden we uiteindelijk toch nog een stopplaats om ons broodje te eten. Een maanlandschap leek er niets bij. Omgeven door rotsen en volledige stilte, geen auto, bus, camper of vrachtwagen gezien en gehoord. We hebben er van genoten.
We hadden ingezet op de eerste camping in Icht, die kreeg positieve reacties op Campercontact. Maar eenmaal op de camping vonden we het nogal kaal en ongezellig. Weinig tot geen schaduw, terwijl de zon weer uitbundig stond te schijnen. We zijn doorgereden naar de tweede, hier waren we al eerder geweest. We staan weer bij de muur.
Omdat we eigenlijk nog bezig waren om de campers goed op de plaats te zetten, hadden we een gids afgewezen. Bij nader inzien wilden we toch wel gebruik van hem maken. Via een paar omwegen denken/hopen we dat we toch een afspraak met hem hebben voor morgen om 10:00 uur. We zullen zien.
even aan de kant voor groottransport op de smalle weg
stilte en...
bewondering
even kijken naar de resultaten
daar staan we dan
midden in het grote niks
om eindeloos te fotograferen
wie kan de plaatsnaam op de kaart aanwijzen
altijd bedacht op overstekers
rijden maar weer
onze plek op de camping...
...met zwembad; net gevuld, dus...
13 februari: Icht.
Vanochtend om halftien vertrok het Nederlandse gezelschap vanaf de camping. Allemaal afkomstig uit Utrecht en als vrijwilligers daar werkzaam in diverse wijkprojecten. En als beloning voor hun werk waren ze nu met een tiental een week in Marokko onder het motto: ‘see Morocco in one week’. Gister in de namiddag hadden we een paar mensen uit de groep gesproken, vanochtend werd er hartelijk gezwaaid.
Afgelopen nacht was een verademing in vergelijking met de nachten in El Ouatia: het was zowaar helemaal stil, zelfs geen hondengeblaf.
We hadden onze twijfels of de afspraak met de gids, die we gisteren door één van de campingmedewerkers hadden laten maken, wel was doorgekomen. Geen terechte twijfel, even voor tienen stond hij bij de campers. Hij ging ons het oude en het nieuwe dorp laten zien. Wel moesten we een zaklantaarn meenemen, er waren een aantal donkere gangen.
Het eerste dat hij ons liet zien was het irrigatiesysteem. Dit voert glashelder water, afkomstig van de Anti Atlas, eerst via een ondergronds kanalennetwerk naar het dorp. Daar wordt het met een bovengronds geulennetwerk verdeeld over de diverse tuinen. Bijna ieder gezin heeft een eigen stukje tuin. En daar waar water nodig is, wordt een schuif omhooggetrokken zodat het achterliggende land wordt bewaterd. Een dorpsbewoner was op weg naar z’n tuin met citroenen. Onze gids sprak hem aan, we raakten in gesprek en de kweker bood ons een tas vol citroenen aan.
De gids is 40 jaar en al bijna 20 jaar getrouwd. Hij vertelde dat het bruidspaar bij een trouwerij het hele dorp, in zijn geval ongeveer 1200 mensen, vier dagen lang te gast heeft. Zo’n huwelijksfeest is duur. Het zijne is toen betaald door z’n vader, die in 2004 is overleden. Hij woont met z’n vrouw, vier kinderen en z’n moeder in het nieuwe dorp. Zijn deel van het gezinsinkomen bestaat uit het gidswerk. Veel toeristen betekent veel rondleidingen. Maar, vertelde hij, er zijn ook maanden zonder toeristen. Zijn gezin leunt voornamelijk op het pensioen van z’n 80-jarige moeder. Dat pensioen komt uiteindelijk voort uit het werk dat z’n vader ooit in Frankrijk had. Hij vertelde dat hij zijn eigen financiële toekomst met zorgen tegemoet ziet.
Hij bracht ons ook naar het oude dorp. Bij aanvang van de rondleiding had hij ons gevraagd een zaklamp mee te nemen, dat was geen overbodige luxe vanwege de donkere gangen en straatjes. In het dorp wonen nog vijf gezinnen, allemaal voorzien van elektriciteit en drinkwater. Het elektriciteitsnetwerk loopt door de gangen, hoog bevestigd aan de wanden. Maar hoog is een zeer relatief begrip, omdat hij ons regelmatig waarschuwde te bukken.
In de oude, grootdeels ingestorte, moskee kwam hij op dreef en vertelde honderduit. Onder andere over het puntensysteem. Wij hadden hier nog nooit eerder van gehoord. Het gebed levert punten op. Maar het maakt uit wáár je bidt. Ga je voor het gebed naar de Moskee, dan geeft je dat 27 punten. Maar kun je niet naar de Moskee komen, bijvoorbeeld door het werk en je bidt daar, dan geeft dat slechts 1 punt. Punten worden verder verkregen door o.a. de Ramadan, de Hadj en de verplichte afdracht van een deel van het inkomen aan de armen. Waarop wij natuurlijk vroegen: “en wie houdt die puntentelling dan bij?” Hij wees naar boven. Er worden geen punten genoteerd.
Waar hij terecht boos over was, was dat de precaire financiële positie van een deel van de Marokkaanse gezinnen wordt misbruikt door o.a. rijke mannen uit het verre oosten. Jonge meisjes zijn hier de dupe van. Arabieren, vertelde hij, betalen voor hun ‘pleziertjes’ met meisjes van 6 tot 18 jaar een bedrag waarvoor een Marokkaan drie maanden moet werken. Hij vertelde nog veel meer, te veel om allemaal hier weer te geven.
Tenslotte nam hij ons mee naar z’n huis, waar hij ons op de traditionele thee trakteerde. Daarna bracht hij ons door het doolhof van straatjes weer terug naar de camping. Het was inmiddels één uur, einde van een welbestede ochtend.
Het wordt eentonig, maar het was weer een mooie dag met 25 graden. Morgen verder.
samen met de gids
veel mooi versierde deuren
palmstraatje
hier komt het irrigatiewater binnen
en het was zowaar lauw
uitleg door de gids
en meer uitleg
begin van het oude dorp
en weer luisteren
deel van het ingestorte oude dorp
in de Moskee
irrigatiekanalen door het hele dorp
citroenen...
...en Johannesbroodpitboom met vruchten
wachten op de thee
het zwembad kon niet ongebruikt blijven; lekker maar frisjes...
14 februari: Tata
Op tijd op pad, misschien kunnen we dan een plekje op Camping Palmier in Tata bemachtigen.
Vanuit de camping reden we weer op de R102, de oude N12. Een paar kilometer oostelijk van Icht sluit die dan aan op de nieuwe N12 en het was daarvandaan 148 kilometer naar Tata. En we hebben weer niet in de file gestaan. Sterker nog, we zagen gedurende de hele rit nauwelijks verkeer. Die (nieuwe) N12 is beter dan de oude, gewoon een goede dubbelbaans weg waar je elkaar goed tegemoet en voorbij kunt rijden. Dat laatste komt voor ons bijna nooit voor, we hebben de tijd, rijden voor ons plezier en willen ook zo hier en daar nog wat van de omgeving kunnen zien.
Op veel wegen in Marokko rijd je zo af en toe over droge rivierbeddingen, weggedeelten op hoogte van de rivier of stroom. Aan weerskanten van de weg zijn die gemarkeerd met wit/rode betonnen paaltjes. Ten tijde van hevige regenval komt het voor dat weggedeelten dan niet begaanbaar zijn. Op een paar plaatsen tijdens de rit vandaag zagen we dat men druk bezig was met de bouw van bruggen, ter vervanging van die doorgangen.
We reden weer door een verlaten, maar daardoor niet minder mooi landschap. Hier en daar waren delen van het landschap groen. Een oase met palmbomen en soms tuinbouw.
Hoewel we even na het middaguur al in Tata waren, was de camping vol. Net als vorig jaar konden we weer in de wachtkamer staan, een overloop voor de camping aan het eind van de weg. Maar we staan hier in de schaduw en dat was niet de bedoeling. De campingeigenaar gaf aan dat er vanavond mensen gaan afrekenen om morgenochtend te vertrekken. Hij raadde ons aan om morgen rond een uur of tien te komen kijken voor een plaats op de camping.
Het was alweer een zonnige dag en met 25 graden zeer aangenaam.
op de grote stille heide....
onze plek voor één nacht
15 februari: Tata
Vandaag werd het weer 25 graden. Maar de barometer daalt al een paar dagen. Gisteren begon de wind al aan te halen en dat werd vandaag steeds meer. De bergen rondom de camping zijn omgeven door zand en daardoor deels aan het zicht onttrokken. En de verwachtingen voor morgen beloven nog meer wind. We wachten af.
Zoals op de veel campings gebruikelijk, hadden we ook hier gisteravond ingetekend voor één baguette voor het ontbijt. En ook gebruikelijk is het dat je die bestelling dan ’s morgens bij de receptie afhaalt. Vanochtend zat ons ontbijtje keurig tussen de buitenspiegel geklemd. En bij de buren een plat rond brood. Wij verbaasden ons er over hoe men al die verschillende bestellingen uit elkaar kan houden. Afwachten of het morgenvroeg ook weer zo gaat.
Voetbal leeft ook hier. En met name blijkbaar het Nederlandse voetbal. Wij werden er door de gardien fijntjes aan herinnerd dat Ajax had verloren van Real Madrid.
Achteraf bleek dat we gisteren net op tijd op de tijdelijke overloop van de camping waren. De campingbaas verwachtte dat er vandaag wel een paar campers van de camping zouden vertrekken. Maar dat viel tegen, een paar werd er uiteindelijk slechts één. Maar we wilden wel van die overloopplek af, want het was daar gewoon koud in de schaduw. Dus zijn we verkast naar de vrijgekomen plaats en een plaats er dwars voor. In de loop van de middag werd de belangstelling voor de camping nog groter, zodat er op een gegeven moment acht stuks buiten de muur, gewoon aan de kant van de straat stonden te wachten op een overnachtingsplekje.
We zijn vanmiddag naar het centrum van Tata gewandeld. Maar het was vrijdag en we wisten dat dan nagenoeg alle winkeltjes en restaurantjes gesloten zouden zijn. Sporadisch was een winkeltje of marktkraampje open. Het vrijdaggebed was bezig. Dat was goed te horen, ook toen we nog niet vlak langs de moskee liepen. Na het gebed werd het weer drukker in de straatjes. Over het sluiten van de marktkraampjes doen ze in Marokko niet moeilijk. Een bezem er dwars voor langs, of afgesloten met een net of een kleed: gesloten!
De Camping Municipal, een paar honderd meter hier vandaan, stond ook helemaal vol. Voordeel van deze camping is dat er een zwembad op het terrein is, het nadeel is echter dat er nog steeds geen water in zit. Vorig jaar was men (druk) bezig met onderhoud in het bad, daar was nu jammer genoeg weinig meer van te zien. Bijkomend nadeel van deze plek is de ligging aan de doorgaande weg en de galmende galerijen waar jeugd zich ’s avonds ophoudt.
Het is nu (20:00) hier nog 17 graden. Benieuwd hoe hard het morgen waait.
nieuwe plek
brood aan de spiegel
helaas, geen water
plein in 't centrum...
...en de moskee er naast
morgen is het hier weer druk
gesloten
deze is open
op bestelling leverbaar
hier 5, later 8 wachtenden
16 februari: Tata
De zonnebrandcrème is niet uit de verpakking geweest vandaag. De dag begon bewolkt en dat is zo gebleven. Ook was de wind nog niet gaan liggen. Het werd slechts 18 graden, we zijn inmiddels beter gewend…..
Vlak bij de ingang, net op het campingterrein, stond vanochtend een groenteman. We hebben er een paar dingetjes gekocht.
Na de koffie zijn we naar het centrum gewandeld. Het leven was na gisteren duidelijk weer op gang gekomen. De winkeltjes waren weer geopend en de restaurantterrasjes werden weer bevolkt, door mannen.
Bij de warme bakker hebben we croissantachtige broodjes gekocht. In de vitrine lagen ook diverse soorten kleine koekjes, het was moeilijk kiezen. We vroegen hem maar wat te mixen. Bijna alles wat je bij de bakker koopt behalve brood, wordt in een gebaksdoos(je) verpakt. Al met al waren we voor DH8.- (±€0,80) weer onder de pannen. In Sidi Ifni, bij dat hele kleine winkeltje, hadden we per ongeluk een paar pakken heerlijk vruchtensap gekocht. Om ons geheugen wat te ontlasten hadden we met de gsm een foto van het pak gemaakt. En laten we nu hier een vrachtwagentje zien rijden met diezelfde pakken vruchtensap. We weten jammer genoeg niet waar die bezorgd zijn. We hebben in diverse winkeltje de foto van het pak laten zien, maar niemand had ze. We zoeken verder, geeft de mens wat te doen.
We zijn doorgelopen naar de ‘marktkramenstraat’. Gisteren nagenoeg allemaal gesloten, nu geopend. En aan het einde van de straat was de grote (wekelijkse?) groentemarkt. Heel erg veel sinaasappelen, je moest wel de goede er uit zoeken. En verder bijna alle groente die je je kon bedenken. We zijn verzot op ons ‘groentepotje’ en hebben weer verse voorraad meegenomen.
Bij een gereedschapskraam vonden we een steeksleuteltje. We vroegen met “C’est combien?” weer naar de prijs. Hij keek op het stukje gereedschap, steeksleutel 13, die kostte dus DH13.-.
Meldden we al dat de zonnebrandcrème niet uit de verpakking was geweest, ook de stoelen hebben we niet naar buiten gehaald. Zónder zon en mét wind was buiten zitten niet echt aangenaam.
Om zes uur werden we achter op de camping in de grote tent verwacht. We hadden ons bij aankomst op de camping al aangemeld voor een excursie op zondag. Vanavond was er uitleg over het hoe en wat. Er konden zich totaal twintig personen aanmelden. Het zijn voornamelijk Fransen, maar ook een paar Duitsers, Italianen en wij dus met z’n vieren. Morgenvroeg om negen uur vertrekken we met een minibus en om zes uur hopen we weer op de camping te zijn.
daar was-tie weer
groenteboer op de camping
hij wou per-se op de foto
ook hier een irrigatiesysteem
we konen er nog nét langs
ook de slager was open
op elke markt: wagens vol stro
groentemarkt
keus genoeg
gisteren gesloten...
...nu open...
...en hier rustig
17 februari: Tata
Vroeg uit de veren, want om negen uur stond het vertrek voor onze excursie met de touringcar gepland. En klokslag negen reden we dan ook. Maar touringcar was schromelijk overdreven. En doorsnee Fiat personenbusje stond voor ons klaar. Oorspronkelijk ingericht voor maximaal 15 personen inclusief chauffeur. Achter de achterste bank had men echter nog eentje geplaatst, een driezitter wel te verstaan, maar voor vier personen. En wie mochten daar op zitten, drie keer raden. Dus met 19 man in het busje op weg, eerst voor een rit van 100 kilometer, gedeeltelijk ook nog piste. We hebben wel eens comfortabeler gezeten.
Het eerste doel was het hotel Le Paradis in Agouinane en een wandeling in de omgeving. We zijn kalmpjes aan door een mooie omgeving naar een uitzichtpunt op 1300 meter gegaan. Een Fransman die in het hotelgedeelte van de camping verblijft, heeft ons in het Engels het een en ander over de omgeving verteld. Opvallend waren de grote huizen in een verder onherbergzaam gebied. Die blijken veelal van Marokkanen te zijn die in Frankrijk hebben gewerkt, daar een pensioen hebben opgebouwd en nu weer in Marokko wonen. Een uitzondering was een kast van een huis waarvan de eigenaar nog in Frankrijk woont en slechts af en toe in Marokko is.
Na de afdaling naar het hotel stond daar de eettafel klaar. Op het menu stond tajine van kip, heerlijk van gegeten en ruim voldoende. Met patat, maar die was steenkoud en waarschijnlijk was in hetzelfde vet ook al eens een keer vis gebakken.
Daarna met de touringcar weer richting Tata, maar onderweg nog naar een agadir en een moskee. Een agadir is een versterkte graanopslag, een fort waarin de voorraden van het dorp eeuwen geleden werden opgeslagen en veilig gehouden voor vijanden.
De agadir van Isserghin is één van de grootste van zuid Marokko. Sinds 1997 niet meer als zodanig in gebruik. In 2012 is men begonnen met de restauratie. Eerst de muren, daarna is ook het interieur gerestaureerd. Het is de bedoeling om van dit belangrijke historische gebouw een bezoekersplaats te maken, compleet met een museum. Er naast stond de oude moskee, ook niet meer in gebruik zodat wij die konden bekijken.
Nadat we dit allemaal in ons hadden opgenomen en uitgebreid op de kiek hadden gezet, hebben wij ons, weer via de achterdeur, met z’n vieren op de riante driezitsbank laten vallen en heeft de chauffeur ons weer veilig op de camping afgeleverd. Dit was de eerste keer dat we aan zo’n gezamenlijke excursie deelnamen. Je komt weliswaar op plaatsen die je zelf niet gemakkelijk zou vinden of bezoeken, maar geven desondanks toch de voorkeur aan onze privé-excursies.
Er stonden inmiddels al weer acht campers op straat voor de camping te wachten tot er een plaatsje vrijkwam. Toen wij vanochtend vertrokken waren dat er zelfs elf. We weten niet of een deel van hen op de camping is geplaatst, of eieren voor hun geld hebben gekozen en hun heil elders gezocht.
In tegenstelling tot gisteren was het vandaag een zonnige dag met 23 graden en weinig wind.
als haringen...
aankomst bij het hotel
adembenemende omgeving
voer halen voor de dieren
hoorbare stilte
onze Engelstalige Franse gids
en hier...
...liep het vee
alsmaar hoger
uit de garage, zo de snelweg op
het was moeilijk fotokiezen
op de fiets, en die woog alleen al 70 kg.
Margot was één etage lager gebleven
water halen met de ezel
drinkwater langs de kant van de 'weg'
zo ver van huis
en het wachten was...
...op de tajine
maar weer enroute
en hij keek ons na
de agadir
en de moskee
daar waren we vandaag
18 februari: Tata
Er valt vandaag niet erg veel te melden. Heel spijtig voor een paar trouwe volgers, maar we beloven beterschap.
We hebben de was gedaan, en een nieuwe Marokkaanse simkaart voor de Nokia klaptelefoon gekocht. En verder, niet veel. We zijn voornamelijk op de camping gebleven, de zon kwam er weer bij en het werd ruim 20 graden. Voor het eerst sinds weken hadden we de fietsen na gebruik niet weer onder de hoes gezet. Dus, begon het een heel klein beetje te regenen, maar ze drogen morgen vanzelf wel weer op.
links de campingoverloop, in het midden twee wachtenden en rechts nog eentje, vlak bij de ingang van de camping
19 februari: Tata
Dat het afgelopen avond en nacht een heel klein beetje heeft geregend, was vanochtend goed te zien aan de voorruit van de camper. Het stof en zand waar de hele camper mee bedekt is, liep er nu in straaltjes van af.
De nieuwe simkaart die we gisteren voor de Nokia hadden gekocht, lijkt te werken. We hadden bij binnenkomst in Marokko de oude kaart bij Maroc Telecom in Assilah laten opwaarderen. We hebben toen ook daarmee kunnen bellen. Maar het opwaarderen per sms lukte niet. In Sidi Ifni hadden we dit probleem bij MT al aangekaart. De medewerker heeft er toen zelfs een officiële melding van gemaakt en het zou verholpen zijn. Niets was minder waar. Dus toch gisteren maar een nieuwe simkaart met een nieuw Marokkaans nummer. En waar hebben we het dan helemaal over: DH20,-, nog geen €2,-.
Vorig jaar hadden we ten noordnoordwesten van Tata het wateruurwerk ontdekt. Maar omdat we daar toen naar toe waren gelopen en het erg warm was, zijn we niet verder gegaan. Vanmiddag hebben we met z’n vieren de fiets gepakt, kwamen weer langs het wateruurwerk en zijn toen verder doorgefietst. Van het kleine op zichzelf staande dorpje hebben we geen naam kunnen ontdekken en nemen aan dat het toch bij Tata hoort. Om bij het dorpje te komen moet je vanuit Tata de (droge) rivier oversteken. Dat ging allemaal gemakkelijk en we prijzen ons nog steeds heel gelukkig met onze simpele maar doeltreffende mountainbikejes. Bijna alles wat hieraan kapot zou kunnen gaan kunnen we zelf repareren of er is wel een fietsmaker die dat kan. Als je hier een storing aan je e-bike zou krijgen, ben je verder van huis. En we zíjn al zo ver. Het zand-fietspad leidt langs en door een oase. Deze oase wordt, net zoals meerdere die we zagen, van water voorzien door middel van een ingenieus systeem van watergoten en afsluitschuiven. Het water in het bassin dat over de goten wordt verdeeld, was helderder dan vorig jaar. Een werknemer mat met een stok het waterniveau in het bassin, waarna hij een schuif opende zodat er water door de goten stroomde.
Even verderop werd vorig jaar gewerkt aan een omheinde tuin, zo leek het althans in onze ogen. De werkzaamheden waren wel gevorderd, maar het geheel was nog niet af. Het lijkt een luxe parkachtig geheel te zijn, met speeltoestellen die trouwens nog in de plastic verpakking zaten. En omgeven door een prachtige stenen muur met luxe toegangshekken, op slot helaas. Aan de noordkant, binnen de muren, stond een rek met zonnepanelen. Het was onwerkelijk, zo’n luxe park ‘in the middle of nowhere’. Misschien dat het volgend jaar geopend is.
We zijn verder gefietst, naar het dorp. Overal uiterst vriendelijke mensen. We dachten met een paar vrouwen in gesprek te geraken, maar ze spraken geen Frans, laat staan Engels, maar Arabisch. En dat spraken wij nou net weer niet. In het kleine dorpje waren wel twee moskeeën, twee scholen en een overheidsgebouw. En heel veel kinderen. Een deel van het dorp was verworden tot een ruïne. En ook hier vind je winkeltjes op plekken waar je die niet verwacht. We hebben hier een paar zakjes karnemelk gekocht. We wilden een foto maken en vroegen of dat mocht, de jonge verkoper sprak Engels. Hij zei niet dat het niet mocht, maar twijfelde heel lang en keek een beetje hulpeloos. Toen we aangaven dan niet te fotograferen leek er een last van z’n schouders te vallen. Van een buurvrouw kregen we elk een Afrikaantje, een bloem wel te verstaan.
We dachten midden in het dorp weer de rivier te kunnen oversteken om terug te fietsen, maar dat ging niet. Maar we kregen daar een routebeschrijving: “rechtsaf, dan weer rechtsaf en dan ben je over de rivier”. Toen reden we op de P1805 die ons rechtstreeks naar het dorp voerde, we fietsten nu vanaf de andere kant Tata binnen.
slecht zicht
WiFi in de palmboom
vindingrijkheid
klaar voor de start?
waterbekken voor de irrigatie
het 'regelkantoor'
verder door de oase
ommuurd park...
...maar nog gesloten
dorpsstraatje
niet geschikt voor lange mensen
even rondkijken
hier valt niet meer te wonen
zij bood een soort graanpitjes aan om te proeven
en overal wonen mensen
dan maar een foto van afstand
lijkt een luxe woning
rivieroversteek
droge rivier
al zou je het wíllen
20 februari: Tata
De dag begon weer zonnig en het werd uiteindelijk 23 graden. In de loop van de middag liet de zon af en toe verstek gaan, dit in volledige overeenstemming met de verwachtingen.
Omdat we vandaag nog aan de stroom stonden hebben we direct na het ontbijt de koelkast ontdooid. Op de koelribben rechtsachter had zich weer aardig wat ijs verzameld. De ribben zijn nu weer schoon, we kunnen er weer even tegen.
We hebben de zon benut en hebben een deel van de ochtend buiten zitten lezen.
Gisteren, tijdens onze fietstocht, hebben we geluk gehad. Met z’n vieren, dus acht fietswielen en evenzovele fietsbanden, kwamen we allemaal met goed gevulde luchtbanden weer bij de camper. Toen we vanmiddag voor fruit en nog een paar andere boodschapjes naar het centrum wilden fietsen, bleek één band toch plat te staan, Margot had dikke pech. Drie kleine zaadjes met vlijmscherpe stekeltjes waren de boosdoeners. Door schade wijs geworden, hebben we voor onze beide mountainbikes twee reserve binnenbanden bij ons. Het leed was dus snel geleden. Onze stelregel is ook dat we in geval van een lekke band die niet onderweg proberen te plakken, maar direct een nieuwe monteren. Die lekke binnenband plakken we dan wel weer zodra we bij de camper zijn en wordt dan gepromoveerd tot reserveband.
Het was even zoeken in het centrum voordat we alle boodschapjes weer binnen hadden. We waren uiteraard weer op de verkeerde tijd op de goede plaats: veel winkeltjes waren gesloten. Maar het is weer gelukt. En zonder lekke banden zijn we weer naar de camper gereden. Die hebben we daarna weer reisvaardig gemaakt, het is de bedoeling dat we morgen naar Tafraoute gaan.
zomaar, één van de vele straatjes met linksvoor een brommerreparatiebedrijfje
21 februari: Tafraoute
Nadat we in Tata de dieseltank nog hadden laten vullen reden we de stad uit. Zoals gebruikelijk staan er politieposten bij de in- en uitgang van de steden en dorpen. Veelal moet de lokale bevolking stoppen en we zien dan regelmatig dat er formulieren worden gecontroleerd. Tot aan vandaag waren we nog nooit aangehouden. Maar deze agent wilde weten uit welk land we kwamen, waar we naar onderweg waren en wenste ons toen een goede reis. Volgens ons was hij om een praatje verlegen.
Toen we vorig jaar van Tata naar Tafraoute reden, hebben we de kortere route gereden. Je verlaat dan bij Issafén de R109 en komt daarna ook op de R106 richting Tafraoute. Wij kozen dit jaar voor de langere variant en bij Igherm gingen we pas naar de R106. Een totale route van ongeveer 230 kilometer met heel mooi weer. En zowel de R109 als de R106 zijn prima te rijden asfaltwegen. We hebben het heel rustig aan gedaan met een snelheid van zo’n 70 kilometer per uur. Mede door het weinige verkeer konden we zo genieten van de soms adembenemende schoonheid van de Anti Atlas, waar we langs, door en over reden. En in die hele omgeving was geen plastic afval te vinden. Regelmatig zijn we gestopt om extra te genieten van de schoonheid van de omgeving en er foto’s van te maken. Het is maar goed dat de tijd van de 620-spoel-rolfilm ver achter ons ligt, hiermee kon je maar 8 foto’s maken.
Nadat we naar de R106 waren afgeslagen gingen we ook nogal wat de hoogte in en kwamen tot 1815 meter. En daar was het aanmerkelijk kouder dan waar we vanochtend vertrokken.
Onderweg werd op diverse kruispunten met kleine, nog niet zo lang geleden geplaatste bordjes verwezen naar naastgelegen dorpjes. Jammer genoeg alleen maar in het Arabisch en Berber.
In de verte zagen we een camper aan komen rijden. Ze reden heel langzaam en niet zonder reden. Er liep een enorme kudde schapen en geiten aan weerskanten van de weg. En als er één schaap over de dam is…..
Langs de kant van de weg stonden de amandelbomen rijkelijk in bloei.
Toen we ons nog maar net hadden geïnstalleerd kwam de bakker al langs. Van hem kochten we vorig jaar elke dag ons brood en af en toe een zakje makarons. Hij heeft nu niet meer het monopolie en is er dus als de kippen bij zodra er nieuwe campers het dal komen inrijden. Hij heeft een groen zakje aan onze spiegel geknoopt met daarin een bestelbriefje. Als wij er voor zorgen dat er ‘s ochtends DH2.- in ligt, legt hij er een baguette in. Nog even later kwam de mevrouw met harirasoep. Ze heeft een pan met soep bij zich en een maatkommetje. Voor DH20.- kochten we twee maatkommetjes soep en hebben er ’s avonds heerlijk van gegeten. En wéér even later kwam een mevrouw het nieuwe restaurant Panorama aanprijzen. Als laatste (voor vandaag althans) konden we aangeven of we zaterdag met een excursie meewilden, dat houden we nog even in beraad.
We volgen vrij regelmatig de verhandelingen op het Camperforum over Marokko. En ook lezen we bijna dagelijks enkele websites van mede-Marokkoreizigers. Toen we vanmiddag in het Keteldal voor de camper zaten, kwam een echtpaar resoluut onze kant oplopen: “wij zijn van Toesjoeranroet”. Het waren Piet en Elly Ruggenberg. En even later, we herkenden hun al van afstand, Co en Lia Keizer. Ook hoorden we dat Thole en Everdien Feith hier nu staan. We zullen ze vast en zeker nog wel spreken een dezer dagen.
we hebben er voor gekozen om een serie foto’s van onze reisomgeving van vandaag te plaatsen zonder ondertiteling:
kijk en geniet met ons mee
22 februari: Tafraoute
‘Een dag is als een klap aan de kop’. Dat zeggen wij als we bedoelen dat er al weer een mooie dag voorbij is. Vanochtend om kwart over negen kwam de zon over de berg en scheen op de camper, vanavond om kwart voor zeven verdween ze weer achter een berg aan de andere kant. Het werd 23 graden, afgelopen nacht slechts 9.
Zoals afgesproken met de bakker, zat al om tien over acht het stokbrood in het groene zakje aan de buitenspiegel.
Door het dakluik konden we zien hoeveel stof en zand er inmiddels op het dak was verzameld. En niet alleen op het dak, ook op de zonnepanelen. En voor de lading van de accu’s zijn we hier aangewezen op die panelen. Het verschil was groot na de wasbeurt. Maar wij waren niet de enigen met dat idee. Bij meerdere campers zagen we de eigenaren zelfs op het dak staand de boel schonen. Je moet er toch niet aan denken dan uit te glijden.
Even later kwamen Everdien en Thole langs. We volgen elkaars belevenissen via de websites.
Vanmiddag hebben we de fietsen weer van de drager gepakt en zijn naar het centrum gefietst. Bij Mohammed Farih, dé camperreparateur en –spuiter van heel Tafraoute en verre omgeving, was het aantal campers geslonken vergeleken met gisteren. Toen stonden er zeker vijftien, vandaag nog ‘slechts’ een stuk of tien waar hard aan werd gewerkt.
We vonden in dezelfde straat een supermarkt. Zelf uitzoeken en pakken, afrekenen aan de kassa.
Morgen gaan we wederom op excursie, in de herhaling dus. We zijn benieuwd…..
grote schoonmaak
vóór...
...en na de wasbeurt
volop zon, de panelen schoon, dus: koffie
dit briefje en DH4 in het zakje en 's morgens heb je dan 2 baguettes
praatje met de bakker
zij staan te wachten...
...op een metamorfose
een deel van de schoenenwijk in het centrum
23 februari: Tafraoute
Gisteravond hoorden we een paar auto’s meerder keren de rotonde nemen. Nou overkomt ons dat ook wel eens wanneer we niet precies weten of de tweede afslag wel echt de tweede is. Maar dit ging met gierende banden en dat komt bij ons dan weer niet voor. Even later reden ze met te veel snelheid het Keteldal in, maar werden al snel door de gardien verwijderd.
De zon was er weer op tijd en dat was maar goed ook. Buiten was het 7 graden en binnen maar 11.
Om halftien reed de auto voor, konden we instappen en op weg. We zaten in ieder geval beter dan vorige week in Tata. We hebben een mooie tocht gemaakt, o.a. door de gorges in de buurt van Tafraoute. De eerste stop was 3 km ten zuiden van Tafraoute bij het dorp Agouerd-Oudad. Daar ligt de rotsformatie genaamd ‘Le Chapeau Napoléon’ hierin kun je met enige fantasie de hoed van Napoleon herkennen.
Zo’n anderhalve kilometer zuidwaarts van het dorp kun je de ‘Pierres Bleues’ (Blauwe Stenen) bewonderen. De Belgische kunstenaar Jean Verame heeft dit ‘natuurlijke kunstwerk’ in 1984 met behulp van Marokkaanse brandweermannen gemaakt. Een kwart eeuw later is de kleur wat verbleekt maar het vervreemdende effect is er niet minder om. Aan het begin van de rotsen liet de chauffeur ons uit de auto, zodat we lopend naar het blauwe wonder zouden kunnen lopen. Zijn routeaanwijzing was echter minimaal en als je er, zoals wij, voor de eerste keer komt is het even zoeken om het goede paadje te vinden. Dat lukte dus niet en wij zijn weer teruggelopen naar de roze en groene rotsen, waar de chauffeur ons weer oppikte. Dichtbij dit wereldwonder zijn we dus niet geweest. Onderweg werd de lunch besteld, die rond twee uur voor ons klaar stond bij restaurant Chez Messaoud. Twee heerlijk gevulde tajines met kip, een yoghurtje toe en daarna uiteraard nog thee. Opvallend is vaak weer het bestek. Een vork is een vork, diverse modellen maar het komt toch altijd weer op hetzelfde neer. De messen is een ander verhaal. Al heel vaak kregen we, wat wij thuis noemen, een aardappelschilmesje. Niks mis mee, maar ’t blijft bijzonder. Na de lunch zijn wij verder gaan lopen en de chauffeur pikte ons een kwartiertje later weer op. En eigenlijk reden we toen weer rustig aan naar de camping. Hoewel we in het Engels goed met elkaar konden communiceren, hadden we toch het gevoel dat we meer met een chauffeur onderweg waren dan met een gids. De wegen en paden waar we vandaag reden, want meer was het soms niet, konden wedijveren met die van het programma ‘de gevaarlijkste wegen van de wereld’.
Om halfvier waren we weer op de camping.
de aankondiging van...
...de hoed van de 'grote' man
start van de wandeling
maar waar langs...
...om hier te komen
zoeken...
...en klauteren, maar...
...uiteindelijk terug bij af
prachtige vergezichten...
...met bochtige wegen...
...en soms niet meer dan een pad
een oud, onbewoond dorp
de tajines stonden hier klaar
en thee toe
links het terras, midden de weg, rechts het restaurant
de dorpsnaam
bloeiende amandelbomen
en de nieuwe dadels
hoog irrigatiekanaal
nietig in zo'n omgeving
klik op de foto's en/of de kaart en de afbeeldingen worden vergroot