Zondag 12 januari: Kenitra.
Na een rustige nacht zijn we vanochtend weer vertrokken, en wij waren niet de enigen. We kozen er deze keer voor om toch maar via de tolweg te gaan. Het doel was Kenitra en dat was 179 kilometer. We begonnen met mooi zonnig weer, maar ergens halverwege reden we zowaar een kilometer of tien in de mist. Niet erg, er was zicht genoeg. Het mistachterlicht was echt niet nodig, al vonden sommige automobilisten van wel. Deze tolweg A5 is een prima te rijden vierbaansweg en zeker vandaag (zondag) lekker rustig. Maar toch moet je goed uitkijken naar overstekende mensen en mensen die gewoon, soms naast elkaar en/of in tegengestelde richting, op de vluchtstrook lopen. Wat vandaag ook weer opviel waren de auto’s met pech, stilstaand op de vluchtstrook. Overigens telden wij vrijdag op de route vanaf de haven in TangerMed naar Asilah, een afstand van 86 kilometer, zeker 15 pechgevallen. Niet alleen personenauto’s, ook vrachtwagens.
Nadat we omgerekend €8.- hadden afgerekend verlieten we de tolweg en reden via het centrum van Kenitra naar de Camping Mehdia. Dit is ook de camping waarvandaan we in 2020 halsoverkop met een aantal campers Marokko hebben verlaten vanwege de op handen zijnde pandemie. We wisten toen gelukkig nog niet wat ons gedurende lange tijd daarna thuis nog allemaal te wachten stond.
De campingreceptie is ’s weekends niet aanwezig. Campinggasten moeten zich daarom melden bij de receptie van het hotel, 150 meter verderop. De receptioniste nam er, na enig aandringen onzerzijds, genoegen mee dat wij haar onze kopieën van het paspoort toonden. Op die kopieën staat namelijk niet ons BSN. We vertelden haar dat er van onze originele paspoorten geen kopieën gemaakt mogen worden. Ze verstond het prima, maar reageerde er amper op. Daarna maakte ze een kopie van onze kopie.
Op weg naar Marokko ondervonden we in Spanje problemen met het opnemen van cashgeld uit een pinautomaat. We schreven hier eerder al over. In de haven van TangerMed moesten we dan uiteindelijk toch zien aan geld, lees Dirhams, te komen. Bij de eerste de beste automaat daar lukte het gewoon. Een dag later probeerden we het in Asilah, ook daar geen probleem, gelukkig.
Het rijden in het Marokkaanse verkeer moest wel even weer wennen. Temeer daar we vandaag op weg naar de camping, dwars door het centrum van Kenitra moesten rijden met nogal wat rotondes, verkeerslichten en drempels. Uitkijken, naar alle kanten, is een absolute must. Want er rijdt verkeer vóór, achter, links en rechts van je. En als je voorrang hebt, is het maar de vraag of je die ook krijgt. Wij rijden daarom heel defensief, want een ongelukje zit in een klein hoekje.
Mede omdat het zondag was, zijn we naar de boulevard gewandeld. Het was niet alleen daar druk, ook op het strand. En de restaurantjes waren ook redelijk bezet. Bij eentje daarvan moet het eten wel heel goed zijn, er stond een lange rij te wachten, het restaurant zat vol.
Maandag 13 januari: Kenítra.
Zo druk het gisteren op de boulevard, het strand en restaurant Merzouga was, zo rustig was het er vandaag.
Nadat we vanochtend wat langer aan het ontbijt zaten dan anders, zijn we vanmiddag op de fiets gestapt en hebben we de omgeving wat verkend. Niet dat de stad Kenítra ons erg trekt, fietsend is er ook niet te komen. Toen we gisteren met de camper naar de camping reden, moest de afdaling vanuit de stad in de tweede versnelling worden gereden om de snelheid eruit te halen. Zo’n steile helling. We zagen toen een paar Kenítranen lopend naast de fiets zwoegend omhoog proberen te komen. Niks voor ons. We zijn vanmiddag wat verder de boulevard afgefietst en hebben een paar zijstraten gepakt, hetgeen niks flitsends opleverde. Uiteindelijk zijn we bij Restaurant Merzouga gestrand. Deze keer geen file voor de ingang, we konden uitzoeken waar we wilden gaan zitten. Dat werd eerste etage, vooraan met uitzicht op zee. Het menu bood o.a. tajine kefta. Niet helemaal zo we gewend waren, maar de smaak was prima. Daarna tegen de wind in terug, het werd rap frisser.
In opzet was Camping Mehdía een hele mooie camping, maar de verloedering slaat toe. Onderhoud wordt niet of nauwelijks gepleegd. Er zijn bijvoorbeeld in het toiletgebouw waar wij op uitkijken zes douches die gevoed worden door één uit de kluiten gewassen boiler, prima. Maar van die zes douches moet je er eentje kiezen waarvan je denkt dat die het beste bij jou past. Met of zonder ophanghaakjes, met of zonder douchekop en van die zonder douchekop kun je weer kiezen tussen kale uitstroom uit de leiding of via een omgekeerde halve tennisbal waardoor er overal water naar beneden komt, behalve op de plek waar je recht onder de douche staat. Ik dacht gekozen te hebben voor de best mogelijke opties, maar kon toen nog niet vermoeden dat de afvoer volledig verstopt zat. Bovendien, schoon was het allerminst. Het klinkt hilarisch, maar dit is niet het enige verval. Het is in en in triest om te zien dat er op deze manier niks van deze camping overblijft.
Maar hoe dan ook, het was weer een mooie dag met veel zon.
Dinsdag 14 januari: Mohammedia.
We hebben Kenitra weer achter ons gelaten, onderweg naar Camping Said in Mohammedia. Andere jaren stonden we op L’Ocean Bleu, we wilden deze keer Said proberen, iets dichter bij het centrum van de stad. Voor wat betreft de ruimte op de camping houdt het niet over, maar daar is de prijs dan ook naar. Er staan hier meer Nederlandse campers en al pratend ontdekten we een wederzijdse kennissenkring.
De koel- en voorraadkast konden wat aanvulling gebruiken. En daarvoor wilden we niet terug noordwaarts, maar gokten erop dat we onderweg wel iets zouden tegenkomen. En in Salé was het raak, een grote Carrefour aan de N1 waar we de broodnodige aanvulling konden inslaan.
Het was druk in de stad, die zich aan weerskanten van de N1 bevindt. En de stad Salé gaat ongemerkt over in Rabat, waarna het kleinere Témara nog volgt. Al met al een kleine 25 kilometer druk stedelijk verkeer met veel rotondes, drempels en verkeerslichten. En, je kunt er bijna vergif op innemen, als het licht op groen springt wordt er geclaxonneerd, meestal door één van de heel vele taxi’s: opschieten. En wederom, maar dat zijn we inmiddels gewend in Marokko, staat op iedere straathoek, verkeerslicht en rotonde één of meerdere politieagenten. Uitgedost in uniformen uit voor ons vervlogen tijden, met van die witte mouwkappen.
En ook deze dag was er eentje met een zeer zonnig randje. Tot de zon achter de bomen verdween, zaten we buiten.
Donderdag 16 januari: Mohammedia.
We zijn vandaag even op de fiets de omgeving gaan verkennen. Vanuit de camping rechtsaf waren we over ongeveer 500 meter bij zee. Daar, aan de kant van de weg stond een groot aantal koffiemobieltjes voor coffee-to-go. In elk wagentje stond zo’n uit de kluiten gewassen koffiemachine. We zijn er nog steeds niet achter waar ze de stroom voor die apparaten vandaan halen. Terug naar de hoofdweg en toen naar links en je passeert een ware winkelgalerij met zelfs een Carrefour. Gelijk even wat noodzakelijke dingetjes ingeslagen. Een afslag verder zagen we een verwijzing naar Camping L’Ocean Bleu. Ooit hebben we daar bij het restaurant, samen met Cor & Wil, een heerlijke tajine besteld. Toen we dat een aantal jaren later weer wilden proberen, was het restaurant gesloten. En nu: open. Op het terras aan de boulevard, met uitzicht op zee, hebben we een nous-nous besteld. De wegsituatie bij de camping is enigszins veranderd. Er loopt een mooie nieuwe asfaltweg richting camping. Maar op een tiental meters voor de camping is de weg geblokkeerd en moet je met de camper alsnog weer via een stuk onverharde weg naar de campingingang.
We hadden vanochtend op Camping Said al een tajine kip besteld die we om zes uur konden ophalen, hij was toen bijna klaar. Alleen de frietjes werden er nog even op gelegd, dat gebeurde voordat we er erg in hadden. Afijn, het smaakte redelijk, maar het was geen top-tajine. En vooruit, we blijven morgen nog één dagje staan.
Vrijdag 17 januari: Mohammedia.
Het was maar goed dat we er gísteren met de fiets op uit zijn getrokken en niet vandaag. De zon hebben we niet gezien, regendruppels wel. En die begonnen te vallen nét nadat Margot een klein wasje aan de drooglijn had gehangen. Maar ach, ’t was nou eenmaal niet anders. Morgenvroeg zien we wel verder.
Onze aluminium gasfles met propaan was zo goed als leeg. Bij het kleine winkeltje hier bij de ingang van de camping konden we een ‘nieuwe’ Marokkaanse fles kopen. Voor de fles inclusief inhoud (butaan) betaalden we MAD 140, omgerekend ongeveer €13,50. De schroefdraad van de Marokkaanse flessen is gelijk aan die van onze flessen. Het enige verschil is de lengte van de aansluitstomp. Die is hier korter, waardoor er een extra rubberring geplaatst moest worden. Die hadden we gelukkig in diverse maten meegenomen. Met een volle fles butaan en een volle reserve met LPG kunnen we er weer even tegen, de kachel is steeds minder nodig. En op bijna iedere straathoek worden gasflessen verkocht.
Voordat we gisteren zijn gaan fietsen hadden we onze Marokkaanse mat naast de camper uitgerold. Als voorzorg om een beetje eigen ruimte veilig te stellen. En dat bleek een goede ingeving. Nagenoeg overal waar een camper kán staan, daar wordt ook een camper neergezet. Naast ons werd nog een camperbus geplaatst op minder dan een meter afstand. Gelukkig aan onze ‘blinde kant’. Het is een leuk klein campinkje, maar ik denk niet dat we hier snel weer naar terug zullen keren.
De rest van de dag hebben we voornamelijk binnen doorgebracht met heel veel lezen. Morgen verder.
Zaterdag 18 januari: Oualidia.
We hadden gisteren nieuwe gasvoorraad aangeschaft, een volle fles butaangas. Verbaasd keken we dan ook vanochtend naar het informatiedisplay in de camper dat aangaf dat de reservefles (LPG) werd gebruikt en dat was nou net niet de bedoeling. Kennelijk was de druk in de butaanfles zodanig laag dat de omschakeling in werking was gezet. Oorzaak? Hoogstwaarschijnlijk de relatief lage buitentemperatuur.
Nadat we op de camping hadden afgerekend zijn we vertrokken. Voor vier nachten, waarvan één met stroom, betaalden we MAD350 (€34.-)
Het reisdoel voor vandaag was El Jadida. We zijn daar in de voorgaande jaren ook geweest, maar de camping waar we dan verbleven schijnt niet meer te bestaan. Als de staat van onderhoud de reden van sluiting was, zouden we ons dat kunnen voorstellen. Maar jammer is het wel, want vanaf die camping was je op loopafstand van de boulevard.
Tegenover een politiebureau, naast een hotel zou nu volgens CamperContact een parkeerplaats voor campers zijn ‘waar plaats is voor 50 campers’. Dat was nu ons reisdoel, waardoor we door een deel van stedelijk El Jadida reden. Hetgeen weer de meest vreemde capriolen van de Marokkaanse medeweggebruikers opleverde. Eenmaal op de alternatieve plek aangekomen stond die ons niet echt aan, zagen ook niet dat daar 50 campers zouden kunnen staan en we zijn doorgereden naar Oualidia.
Vanaf Mohammedia tot net voor El Jadida kozen we ervoor om via de tolweg te rijden. Om verder naar Oualidia te rijden gingen we over de R301. Een weg vol gaten en verdere onhebbelijkheden. De snelheid hebben we er aan aangepast, gemiddeld 50 kilometer per uur werd het.
Hoewel we onderweg welgeteld twee campers zagen, was de cp in Oualidia al redelijk gevuld.
In de namiddag zijn we naar het strand gelopen. De vissersbotjes lagen op het strand en de vissers probeerden de vis aan de man te brengen.
En we zagen het woeste zeewater weer uiteenstuiven op de rotsen. Morgen is het zondag, we verwachten dan meer drukte op en bij het strand.
Net als in Kenitra ligt ook hier de eigenlijke stad veel hoger dan het strand en de cp, waardoor het ook hier niet te doen is om met de fiets naar het centrum te gaan.

tientallen kilometerslange muren van betonplaten