Zondag 17 augustus: Sagard.

Nou, bij nader inzien toch niet echt zo’n mooie plek als we bedacht hadden. Want toen we zaterdagavond ramen en deuren (mét horren) sloten, hadden we ook gelijk een lading muggen binnen. Waarschijnlijk zat een deel daarvan op de deur toen we die sloten. Het was al donker dus hebben dat niet gezien. De volgende ochtend met de stofzuiger langs de horren gegaan om ze te verzamelen. Daarna wéér van plaats veranderd, nu niet meer naast de begroeide wal.

Door de dag heen, en elke dag, rijden er veel ambulances via weg 96 heen en weer naar Sassnitz. En allemaal met de nodige licht- en geluidssignalen. Maar niet te veel bij nadenken wat dat allemaal betekent.

Gisteren, zaterdag, was een beetje een lummeldag. We zijn naar Sagard City gefietst en hebben een paar boodschapjes gedaan. Terug bij de camper waren we weer erg aan onze rust toe en hebben heerlijk zitten lezen.
Dit weekend was in Sassnitz de SailGP. We hebben hier vrijdag al iets over geschreven. Wij hadden uiteraard geen tickets, maar wilden er wel iets van meemaken. En in die hoedanigheid waren wij niet de enigen.

We waren uiteraard en gelukkig op de fiets. Op de twee kruispunten op weg naar de stad werd het verkeer vanwege de grote toestroom van auto’s door de politie geregeld, de verkeerslichten waren buiten werking. Er waren speciale parkeerplaatsen ingericht, waarvandaan men met een shuttlebus naar de haven kon worden gebracht.

Wij waren er om een uur of één en zijn op ons dooie akkertje via de kades het gebeuren gaan verkennen. We hoorden dat de tribunes om 14:00 opengesteld zouden worden en dat er plaats was voor een slordige 20.000 mensen. De race zou een uur later beginnen. De tribuneklanten moesten wel geduld hebben, ze stonden in ellenlange rijen te wachten tot de toegangen naar de tribunes open gingen. Een deel van hen stond in de schaduw, maar niet iedereen had dat geluk.

Rond halftwee vonden we aan het eind van de kade een oncomfortabel bankje, maar wel in de schaduw. Daar hebben we de start afgewacht, maar waren te ver weg om iets van een startschot mee te krijgen.

Heel bijzonder was trouwens dat vlak voor de start de wedstrijdbaan nog werd verlegd. En dat ging niet zoals gebruikelijk bij het Friese Skûtsjesilen met een rubberbootje. Nee, dit is de F1. En bij de F1 heb je autonoom bewegende boeien. Ze varen naar de nieuwe locatie en draaien om de eigen as zodat de signalen op de boei naar de goede kant wijzen.

We konden van afstand een deel van de wedstrijd zien, maar het uiteraard niet volgen. Wel zagen we het effect van de foil, de vleugels onder de rompen, waardoor die uit het water getild worden.

Een foil werkt net als een vliegtuigvleugel maar dan onder water. Aan de onderkant is de vleugel plat en aan de bovenkant een beetje bol. Het water dat langs de vleugel stroomt, moet aan de bovenkant een net iets langere weg afleggen. Daardoor wordt het water als het ware uitgerekt en ontstaat er een drukverschil met als resultaat dat je dus onder de boot door kunt kijken.

We hebben niet de hele wedstrijd afgewacht en weten dus ook niet wie er gewonnen heeft, dat was voor ons ook van ondergeschikt belang. Wij hebben genoten van het hele spektakel eromheen.

We zijn daarna langzaamaan weer op weg naar de fietsen gelopen en kwamen zowaar langs een ijskraam: verder commentaar overbodig.

Terug op de camping eerst gedoucht, waarna we nog lekker in de zon hebben gezeten.

 

wachten tot de tribune open gaat...

...sommigen in de schaduw, maar niet iedereen

tv-camera's? meetapparatuur?

een proefrondje varen

en als je even de andere kant op keek: geen zeilboten

als ze op snelheid zijn, kun je onder de rompen door kijken; en we hoorden van snelheden van 80 tot 100km/h

gaan we hier morgen naar toe?

Maandag 18 augustus: Binz.

‘Met onbekende bestemming vertrokken’, je leest het af en toe. We hadden geen vast plan voor vandaag: we zouden wel zien waar we terecht kwamen. Nadat we hadden afgerekend en de sanitaire verzorging van de camper hadden voltooid zijn we weer gaan rijden. We wilden vanaf de camping links afslaan om op wegnummer 96 verder te rijden. Nou, vergeet het maar. Aan weerskanten van waar wij de weg op wilden gaan staan, elk op ongeveer een kilometer afstand, verkeerslichten. En als de groene golf van links was opgedroogd, diende die van rechts zich weer aan. We hebben zeker vijf minuten staan wachten en hebben toen de richtingaanwijzer naar rechts maar aangezet. Toen ging het ineens veel gemakkelijker en sneller.

Na een ritje van ongeveer 15 kilometer belandden we via Prora in Binz en zijn daar op een cp vlakbij het centrum gaan staan. ’s Middags hebben we ons tussen al die andere vakantiegangers gemengd in het centrum van deze supertoeristische stad.

 

het strand en de lange pier van de badplaats Binz; de donkere wolken deden erger vermoeden

met deze (gratis) kijker kon je de omgeving 'scannen' en telkens verscheen bovenin een verklarende tekst van wat je zag

het Kurhaus...

...met tegenover het Kurhaus het grote plein met banken en muziekkoepel

de Evangelische Kirche van Binz

en natuurlijk hotels in allerlei soorten, maten en...prijzen.

Dinsdag 19 augustus: Göhren.

Vandaag was de bestemming wél bekend: Parkplatz Göhren Südstrand. Wederom geen spectaculair aantal kilometers, slechts 18,5 via weg 196. Het is meer een parkeerplaats dan camperplaats. Bij binnenkomst wordt het kenteken al geregistreerd, betalen doe je pas als je weer vertrekt. Wél word je geacht direct de Kurtax van €3,25 pp/pd af te rekenen. Het is eigenlijk een toegangsbewijs voor strand en bosomgeving.

We hebben op Komoot een fietsroute gekozen die ons ook naar Seebrücke Sellin voerde. De route ging door de bossen en langs het strand. Het was mooi weer met een temperatuur van ongeveer 22o met een matig windje.

In Sellin reden we via de Wilhelmstraße recht op de pier aan. We zijn hier zo’n jaar of vijftien geleden ook al geweest en waren toen onder de indruk van de pier en het restaurantgebouw.

De eerste 508 meter lange pier met een restaurant werd gebouwd in 1906. Pakijs beschadigde echter de constructie in 1918 en in 1920 werd het bruggenhoofd door brand verwoest.

In 1924 werd de brug wederom herhaaldelijk beschadigd door pakijs en in 1925 werd een nieuwe 500 meter lange pier gebouwd met een platform en een concertzaal. In de winter van 1941/1942 werd deze brug wéér grotendeels verwoest door pakijs. Het onbeschadigde bruggebouw bleef bewaard. Van 1950 tot 1970 was er een populaire danszaal gevestigd. Gedurende deze tijd werd de constructie van het gebouw echter verwaarloosd en in 1978 werden het vervallen bruggenhoofd en de bovenbouw gesloopt.

Op 27 augustus 1992 begon de wederopbouw in verschillende fasen die waren gebaseerd op de modellen van de gebouwen uit 1906 en 1925. Op 20 december 1997 knipte Sellins ereburger Hans Knospe symbolisch het lint door ter gelegenheid van de oplevering van de bouw. De officiële opening van het nieuwe brughuis, inclusief het restaurant, vond plaats op 2 april 1998. Met een lengte van 394 meter is de pier de langste van het eiland. (vrij vertaald uit Wikipedia)

Aan het einde van de pier bevindt zich een duikgondel. In deze futuristische constructie kunnen maximaal 34 personen de fascinerende onderwaterwereld van de Oostzee bewonderen. De gondel daalt af tot een diepte van vier meter en stopt één meter boven de zeebodem.

Van de pier in Lauterbach naar Göhren rijdt een stoomtrein. De Rasende Roland, zoals hij liefkozend wordt genoemd, rijdt al sinds 1895 met een rustige topsnelheid van 30 km/u over het eiland Rügen en verbindt de beroemde badplaatsen. We zagen hem door het dorp rijden, maar waren te laat voor een mooie foto.
Nadat we, alweer, van een heerlijk ijsje hadden genoten, zijn we naar de camper teruggereden. Het was weer een prachtige dag.

 

Woensdag 20 augustus: Stralsund.
We hebben vanochtend Rügen weer verlaten. Op de wegen was het weer druk. Het duurde dan ook niet lang of we stonden in een file, waarbij volgens de navigatie de vertraging opliep naar 18 minuten, maar we hebben nog steeds geen enkele haast. We gingen er eerst vanuit dat die vertraging veroorzaakt zou worden door een ongeval, afgaande op de vele in de afgelopen dagen luidkeels voorbijrazende ambulances. Deze keer waren het gewoon de verkeerlichten die voor de files zorgden. Over het algemeen waren de laatste dagen de wegen goed gevuld met autoverkeer, hetgeen zich toch niet altijd vertaalde naar grote drukte in stadscentra, campings en camperplaatsen.
 
In een verslag van een medecamperaar lazen we over ‘de met oude kasseien geplaveide straatjes, de kasseien die wij kinderkopjes noemen’. Nou, daar kunnen ze er hier op Rügen ook wat van. Waar mogelijk pakten we dan toch maar het asfalt, dat fietste een stuk rustiger.
In het verslag van vrijdag 18 juli hadden we al het verhuizen van de grote kerk in Kiruna op 19 en 20 augustus aangekondigd. De Kiruna Kyrka van 672 ton gaat met een slakkengang van 500 meter per uur op reis naar haar nieuwe plek, 5 kilometer verderop. De 113 jaar oude kerk die in 2001 verkozen werd tot het mooiste gebouw van Zweden van voor 1950, moet weg omdat de grond waarop het gebouw staat instabiel is geworden na meer dan een eeuw mijnbouw in het gebied. Kiruna, 145 kilometer ten noorden van de poolcirkel, staat bekend om zijn ijzererts.
Vandaag was dus de laatste dag van die verhuizing. Een groot deel ervan hebben we kunnen zien op YouTube en het lijkt gelukt te zijn. De los van de kerk staande Belltower moet nog worden verplaatst.
 
De komende dagen zakken we langzaam, op ons dooie akkertje en nog steeds snelweg mijdend, af naar Düsseldorf.

 

Donderdag 21 augustus: Güstrow.

Vanochtend om negen uur eerst afrekenen voor afgelopen nacht en dan krijg je hier gelijk 4 warme broodjes mee voor ontbijt en lunch. Een erg leuke geste.

We willen aanstaande woensdag in Düsseldorf zijn en proberen de route er naartoe in een stuk of zes blokken op te delen. Geen haast en geen snelweg.

We zijn uit Stralsund  vertrokken nadat we eerst de sanitaire voorzieningen van de camper hadden ververst. Het werd een rustig ritje van zo’n 100 kilometer met af en toe een file(tje), o.a. vanwege verkeerslichten bij een pretpark. Die verkeerslichten noemen wij af en toe gekscherend verstoplichten.

We hebben rond een uur of één de camper neergezet in Güstrow, op een centraal gelegen parkeerterrein. En na het (Stralsundse) lunchbroodje zijn we naar het mooie oude stadscentrum gelopen. Met gekleurde vakwerkhuizen en indrukwekkende gebouwen in baksteen-gotische stijl. Het stadhuis wordt omring door herenhuizen en renaissencegebouwen.

Aan het grote marktplein staat de Pfarrkirche St. Marien en even verder de Dom zu Güstrow. Beide kerken hebben we van binnen bekeken. De entree was vrij, maar voor het maken van foto’s werd €2 gevraagd.

 

Daarna zijn we verder gelopen naar de rand van het historische gedeelte van de stad.

Daar staat één van de belangrijkste kastelen uit de Renaissance van Noord-Europa, het Kasteel Gütrow. Het oorspronkelijke middeleeuwse vorstelijke kasteel werd in 1557 door brand verwoest, maar al een jaar later begon hertog Ulrich van Mecklenburg met een uitgebreide verbouwing en reconstructie van zijn residentie.

Het kasteelcomplex werd voor het laatst uitgebreid onder hertog Gustav Adolph, die in 1670 het poortgebouw en de kasteelbrug liet bouwen.

Aan het einde van de 17e eeuw raakte het kasteel in verval. Een grootschalige restauratie in 1963 herstelde het interieur in zijn oude pracht, waardoor het vanaf 1972 als museum kon worden gebruikt.

Het kasteel wordt momenteel weer uitgebreid gerenoveerd en hersteld, dus konden we alleen maar gedeelten van de buitenkant zien.

 

We hadden al eens eerder gemeld dat de prijzen van diesel en benzine door de dag heen nogal aan verandering onderhevig zijn, ‘s avonds is vaak de prijs het gunstigst. Wij tankten om 17:52 bij HEM-Tankstelle in Gütrow voor €1.499, terwijl we overdag hele andere prijzen zagen.

 

Pfarrkirche St. Marien...

...met een indrukwekkend (bladgouden) altaar

dat is nog eens een brievenbus, een echte oude 'Postbriefkasten'; wij zaten er naast op een bankje met een ijsje toen de bus werd geleegd: er zat geen enkele brief in

de Dom zu Güstrow

of je ze nou kaseien of kinderkopjes noemt, er is moeilijk op te fietsen en te lopen en in de camper rammel je ook door elkaar

Kasteel Güstrow, momenteel helaas niet toegankelijk vanwege grootschalige renovatie

tja, waar is hij níet...

Vrijdag 22 augustus: Rüterberg.

Wat we gisteren al meldden is dat de brandstofprijzen gedurende de dag fluctueren. Met de Duitse app clever-tanken is die schommeling heel goed te volgen en kun je er je voordeel mee doen.

We hebben prima geslapen op de zeer rustige parkeerplaats in Güstrow. Vanochtend om negen uur hebben we nog voor €0,50 parkeertijd gekocht tot 11:00, wel zo goed voor een rustig ontbijt. Van 18:00 tot 09:00 is het parkeren vrij.

Om halfelf zijn we weer vertrokken, we hadden nog geen specifieke bestemming in gedachten. We wilden een trek maken van globaal 125 kilometer en lieten ons verrassen voor wat betreft de volgende plek voor overnachting. We hebben een drietal plaatsen bezocht die alle, om verschillende redenen, afvielen. We staan nu in Dorfrepublik Rüterberg op een kleine camping/cp. De plekken zijn niet groot, maar de sfeer is goed. Er is een overdekt terras(je) en een kiosk om je aan te melden, het formulier wordt dan door Dirk, de eigenaar, meegenomen. Daar staat ook een koelkast met o.a. een hele serie bieren van het Vielanker Brauhaus. Zelfbediening en het verschuldigde bedrag in het geldkistje deponeren. Voor morgenvroeg hebben we broodjes kunnen bestellen, vanaf halfnegen af te halen.

De cp/camping ligt vlakbij de Elbe, aan de noordkant ervan.

 

Het kleine dorpje Rüterberg is een bijzondere plek, omdat hier DDR-geschiedenis is geschreven. De boze burgers verzetten zich tegen het grensbeleid van de DDR en riepen het in 1989 uit tot Dorpsrepubliek Rüterberg.

Het grensdorp werd van 1967 tot 1989 afgesneden van de buitenwereld via de grensfaciliteiten voor zowel de DDR als de Bondsrepubliek Duitsland. Zonder hun papieren mochten de dorpelingen de plaats niet verlaten of binnenkomen. Bezoek ontvangen was verboden. Ontevreden over deze frustrerende situatie riep de meester kleermaker Hans Rasenberger op 8 november 1989 een bewonersvergadering bijeen. Er werd unaniem besloten dat Rüterberg een dorpsrepubliek zou worden met zijn eigen wetten. Slechts een dag later viel de Berlijnse Muur en werd Rüterberg weer vrij toegankelijk. Sinds 1991 staat de gemeente officieel bekend als de ‘Dorpsrepubliek’. In het dorpscafé wordt het dagelijks leven in het grensdorp van 1967 tot 1989 gedocumenteerd in een tentoonstelling.

 

De Elbe tussen Schnackenburg en Lauenburg was vroeger een deel van de Duits-Duitse grens.

In 1969 werd begonnen om de eenvoudige houten wachttorens te vervangen door betonnen torens. Tot het einde van 1983 waren er aan de grens met de Bondsrepubliek meer dan 720 wachttorens.

Inmiddels is de toenmalige betonnen grenstoren in privébezit overgegaan en niet meer openbaar toegankelijk. Vanuit de houten toren die zich er vlakbij bevindt heb je een fantastisch uitzicht op de Elbe.

In de middag hebben we nog een rondwandeling door het dorp gemaakt. Daar heb je niet echt veel tijd voor nodig.

Er staan maar een paar nieuwgebouwde huizen. De meeste andere lijken gerenoveerde gebouwen uit de DDR-tijd.

 

zicht op de Elbe

even een rondje dorp

één van de 720 betonnen wachttorens...

...nu privébezit en niet meer openbaar toegankelijk...

...maar de houten versie wel...

...met dit uitzicht

de koelkast is het 'Durst-läsch-station'

de 'dunkel' was een lekker biertje, de 'himbeere' bleek helaas niet echt een biertje te zijn

Zaterdag 23 augustus: Celle.

We hadden gisteren bij Dirk broodjes besteld voor het ontbijt van vanochtend. Keurig in een linnen zakje met onze naam lagen ze in de grote afhaalmand. Ze waren helaas niet helemaal gaar en we hebben ze in onze oven nog even ‘na-gebakken’. Nadat we €13,20 hadden afgerekend voor verblijf en broodjes zijn we weer op pad gegaan. Het was zaterdag, eind augustus en de vakanties lopen ten einde, dus veronderstelde ik dat het wel lekker rustig op de weg zou zijn. Niets was minder waar.

We hadden wederom nog geen einddoel voor vandaag uitgezocht, wel vonden we dat we een afstand van boven de honderd kilometer zouden moeten afleggen. Hoewel er dus toch redelijk veel verkeer op de weg was, konden we wel lekker doorrijden op wegnummer 191. Even voor Uelzen stuitten we op een ‘Umleitung’. Gelukkig werd die goed aangegeven. En een geluk bij een ongeluk bracht ons zodoende langs een supermarkt voor wat noodzakelijke inkopen.

Een kilometer of twintig later hebben we, op een van de weinige parkeerplaatsen op dit traject, Campercontact geraadpleegd en vonden een parkeerplaats in Celle, dichtbij de Altstadt. Dachten we eerst nog dat we mogelijk hier alleen zouden moeten overnachten, rond een uur of zes stonden er vijftien stuks.

Inderdaad dichtbij de Altstadt, op ongeveer 350 meter, dus de schoenen uit de bak en lopen.

Direct vooraan staat het Schloss Celle, ook wel het Celle-paleis genoemd. Het was een van de residenties van het huis Brunswick-Lüneburg. Dit vierhoekige gebouw is het grootste kasteel in de zuidelijke regio van de Lüneburger Heide. Van 14 augustus tot 14 september herdenkt Celle de 250st sterfdag van Koningin Caroline Mathilde met zo’n 1000 ‘gouden’ Caroline Mathilde-figuren in het park vóór het kasteel. Vanaf 16 augustus zijn die figuren ook te koop voor €95.- per stuk.

Verder hebben we wat door de straten van de Altstadt gelopen waarbij we regelmatig omhoogkeken naar de mooie authentieke gevels. Morgen weer verder.

 

twee broodjes in een linnen zakje

een kleine expositie in de hal van het kasteel

carillon met 'bewegende beelden'

de Evangelisch Lutherse Stadskerk St. Marien;  ja, toch nog maar weer een kerk, maar deze was zeker de moeite waard

een mooi park naast het kasteel, maar in de parkgracht hadden de muskusratten het prima naar 't zin