10 maart: Tazentout

We hadden gisteravond alles al opgeruimd, dus konden we er vanochtend om halftien weer vandoor. Een rit van krapaan 190 kilometer via de N9. Via de buitenwijken van Marrakech met veel en mooie nieuwbouw verlieten we de stad. De route van vandaag hadden we een aantal jaren geleden ook al gereden, maar dan in omgekeerde richting. Ook toen was men al druk met renovatie van de weg bezig. We wisten vanuit de verhalen van een andere camperaar dat het dit jaar nog niet veel beter was. We hebben het er toch op gewaagd. De eerste 30 kilometer waren om door een ringetje te halen. Vierbaans glad asfalt, niks op aan te merken. De volgende 30 waren ook goed te rijden, maar wel tweebaans. Daarna begon de ellende. Omdat het zondag was stond gelukkig het overgrote deel van de machinerie geparkeerd en werd er nauwelijks gewerkt. Op een aantal plaatsen worden de bochten uit de weg gehaald, waarvoor doorsteken door de rotsen worden gemaakt. Op ander plekken worden bruggen en andere watergangen gemaakt, waardoor het verkeer over stukken tijdelijke weg wordt omgeleid. En die stukken tijdelijke weg zijn niet van asfalt gemaakt, zoals wij gewend zijn. Het zijn grindbakken die door het zware vrachtverkeer ook nog kapot gereden worden. Daarna volgde een stuk dat volgens ons ook nodig aan vernieuwing toe is, het was net een wasbord. Gelukkig konden we dit allemaal tijdens de laatste 20 kilometer snel weer vergeten.

De weg voerde o.a. over de Tizi-n-Tichka, een bergpas door de Hoge Atlas. De weg bereikt via tal van bochten een hoogte van 2260 meter en is daarmee de hoogste bergpas in Noord-Afrika.

We hebben weer diverse korte stops gemaakt om rustig de mooie omgeving te kunnen bekijken. Maar ook de handelaren weten dat en boden hun handelswaar aan. Vaak zagen we de bekende twee halve stenen met de felgekleurde binnenkanten. Op het hoogste punt werd Gerard weer door een handelaar aangesproken. Hij vroeg om pennen en/of potloden, die hebben we niet meer bij ons. Toen om aspirine. Nou vooruit dan maar, één stripje Paracetamol. Ik was de beste Hollander die hij vandaag had ontmoet. Maar hij bleef aandringen met kleine kameeltjes, olifantjes en andere koopwaar, waarvan de koopprijs per seconde daalde. Je kwam er bijna niet meer vanaf.

Het was een mooie, maar vermoeiende rit. Om kwartvoorvier reden we door de toegangspoort van Camping L’Escale, ongeveer 30 kilometer voor Ouarzazate.

op 1480 meter bij Touflithe

souk in het hele dorp en op de doorgaande weg ;  zicht op de besneeuwde toppen van de Hoge Atlas;  een 'rotsklever'

heel druk uitzichtpunt op 2015 meter hoogte

gewoon, mooie plaatjes op 1644 meter bij Tourjdale

onze plaats op de camping met zwembad; het waaide nogal, dus deze keer geen duik

de route van vandaag met heel veel kronkels

11 maart: Nkob

We reden vandaag via de N9 en bij El Harte naar de R108 tot Nkob, ons doel voor vandaag op ongeveer 1000 meter hoogte. Het eerste deel van de N9 is een relatieve kaarsrechte gladgepolijste asfaltweg. Een verademing na de vermoeiende en inspannende rit van gisteren. Al vrij snel reden we in Ouarzazate. Daar hadden we de keus om via een tussenweggetje gedeeltelijk om de stad heen te rijden. Dat hebben we niet gedaan en reden dwars door het centrum van een, in onze ogen, welvarende stad.

Ouarzazate ligt in de regio Souss-Massa-Daraâ en is de hoofdstad van de daarin gelegen gelijknamige provincie Ouarzazate. De stad heeft zo'n 98.500 inwoners. De naam betekent letterlijk "zonder prijs". Ouarzazate ligt exact tussen de gebergten Anti-Atlas en de Hoge Atlas. In Ouarzazate bevinden zich de Atlas Studios, de grootste filmstudio ter wereld. We hebben de studio vorig jaar bezocht. Verscheidene bekende films werden in deze studio opgenomen. De stad wordt het "Hollywood van Marokko" genoemd. In 2006 was de stad zelfs de finishplaats van de vierde etappe van de rally Parijs-Dakar.

Ouarzazate heeft één van de grootste zonnecentrales ter wereld. In februari 2016 is het eerste deel van de centrale door koning Mohammed VI ingehuldigd en is daarmee een onderdeel geworden van het duurzame energieplan van Marokko. Het zijn voornamelijk spiegelcentrales (Concentrated Solar Power) die in eerste instantie warmte opslaan. Daardoor kunnen deze centrales elektriciteit op afroep leveren.

We reden weer verder en kwamen via vele slingers en over een nog steeds fantastische asfaltweg op een hoogte van 1680 meter. Over het algemeen waren er op de route weinig plaatsen voor een fotostop, maar hier op deze hoogte zagen we er eentje aan de linkerkant, er stond nog niemand en we konden er veilig oprijden. We werden beloond met een fabelachtig uitzicht. Even later schoven C&W ook aan. En nog even later stopte er een auto met Marokkaans kenteken. Een Nederlander stapte uit en begon een praatje met ons: “hoelang zijn jullie in Marokko?” Het bleek dat hij samen met z’n vrouw, die overigens in de auto bleef zitten, afgelopen weekend in Marokko waren geland, nu met een auto aan het toeren waren en aanstaand weekend weer naar huis gingen. Hij kon zich niet voorstellen dat wij hier al zo lang waren en het ook nog steeds naar ons zin hadden. Hij had het zo langzamerhand wel gezien. Weer zo een van “See Morocco in one week”.

We reden weer verder. Maar ja, nieuwe bocht in de weg en weer een ander, maar net zo’n mooi uitzicht. C&W schoven ook weer aan. En het duurde maar even, daar waren de dadelverkopers. We gingen voor de bijl. Drie doosjes voor DH50.-, vooruit dan maar. We kunnen inmiddels de smaak van de dadels heel goed waarderen.

En weer reden we verder, om na 500 meter weer te stoppen, we stonden inmiddels op 1416 meter hoogte. We hadden een goed excuus, het was inmiddels lunchtijd. We stonden nog maar net: een dadelverkoper. Jammer voor hem, maar we kunnen nou eenmaal niet de héle dadelvoorrad opkopen. Hoewel we hem duidelijk doch zeer vriendelijk te kennen hadden gegeven geen dadels te willen kopen, bleef hij gedurende de gehele lunchtijd op geringe afstand op het muurtje zitten wachten. Pas toen we de motor weer startten, liep hij naar zijn piepkleine verblijf aan de overkant van de weg.

Vanaf nu reden we zonder stops door naar Nkob. Ook wel geschreven als N’Kob. Het blijft een lastig uit te spreken plaatsnaam, het is niet anders.

Op de camping werden we vriendelijk ontvangen en er werd thee geschonken terwijl wij onze campingregistratie invulden. Toen we hier vorig jaar waren, lag het zwembad met naastgelegen bebouwing volledig overhoop, er werd toen druk aan gewerkt. En zie daar, de naastgelegen gebouwen zijn weliswaar nog niet klaar, maar het zwembad was gevuld en we mochten het gebruiken. Dat hebben we ons geen twee keer laten zeggen en even later lagen we er in. Dat kostte trouwens nog wel enige moeite. Want toen we vroegen of het water warm of koud was, gaf hij duidelijk aan dat de zon de enige opwarmbron was. Maar alles went, toen we er eenmaal goed ‘door’ waren, werd het zelfs aangenaam bij een buitentemperatuur van zo’n 25º.

Vanavond hebben we met z’n vieren maar weer eens buiten-de-deur gegeten. We vonden een restaurantje aan het begin van de winkelstraat en hebben er uitgebreid en lekker gegeten: 3 x tajine en 1 x brochettes. Met vooraf elk een salade, daarna twee borden lekkere patat met mayo en een kannetje thee met een grote schaal koekjes. Die koekjes hebben we maar weer terug laten halen, de thee was lekker. En als dessert kregen we een schaaltje mandarijntjes.

Al met al weer een goed gevulde dag, benieuwd wat die van morgen ons weer zal brengen.

voorzichtig voor overstekende schapen en geiten   --   een glaasje en een macarron met uitzicht op 1680 meter hoogte

de dames

heel in de verte de zonnecollector

dadels gekocht

zonder deze jongens geen what's app

tja, weer een berg

it giet oan!

ja, ik ook

we hebben hier weer heerlijk gegeten

180º panorama van 17 aan elkaar gemonteerde verticale foto's

12 maart: Merzouga

Om tien uur reden we vanaf de camping in Nkob op de R108 richting Tazzarine en van daar via de N12 richting Alnif en Rissani. Bij de laatste namen we de afslag naar de N13 tot aan Merzouga.

Het eerste deel van de rit was vlak en saai. Maar het kan ook zijn dat we zo langzamerhand een beetje verwend zijn geraakt. In Tazzarine moesten we ons voorzichtig een weg banen door de souk. Maar, we hadden en hebben nog steeds alle tijd.

Na Alnif kwam er meer tekening in het landschap en het werd steeds meer bergachtig. Hier en daar stond zelfs water in de rivieren en zagen we oases en tuinbouw.

De asfaltweg zelf was tamelijk luidruchtig, het was een grof soort asfalt. Maar dat was bijzaak, de weg was verder van goede kwaliteit. Met net te weinig onregelmatigheden om daar goed op te letten en te veel om rustig van de omgeving te genieten. Dit alles is slechts een constatering, het zijn geen klachten.

Bij Alnif, op een braak liggend terreintje nabij het centrum, hebben we ons overgebleven kopje koffie gedronken. Het duurde maar even of daar kwamen een paar kleine kinderen schoorvoetend aangelopen. Leeftijd tussen zes en acht jaar oud. Eerst, kauwgom kauwend, natuurlijk de standaard vragen: “bon-bon?” “Dirham?” Jammer dan. Daarna probeerden wij met “hallo” enig contact te krijgen en dat lukte zowaar. Uiteindelijk mocht Margot met de groep op de foto en we hebben ze op het scherm de opnamen laten zien. Giechelen, de hele groep.

We hadden ons er over verbaasd dat de hele weg voorzien was van recent aangebrachte belijning. Zowel een middenstreep als zijmarkeringen. En opeens was de linker zijmarkering er niet meer. Tien kilometer verder zagen we een karretje met zwaailicht het ontbrekende deel aanbrengen.

Midden in Rissani hebben we ons broodje gegeten, toen restte er nog een afstand van 36 kilometer naar het einddoel: Merzouga, Camping Haven la Chance. Het zwembad was gevuld, de ligbedden voorzien van nieuwe kussens en de betegeling rond het bad vernieuwd. Bovendien was de temperatuur hier 28º. Dat vraagt om uitproberen, toch? Morgen.

Het toegangszandpad naast het hotel was tamelijk rul. Een auto met caravan voor ons moest een paar keer achteruit, om vervolgens met iets meer snelheid en mankracht de camping te kunnen bereiken. Wij hebben een flinke aanloop genomen en kwamen er in één keer doorheen. Met dien verstande dat sturen niet echt veel zin had. De camper vond enigszins zwabberend zelf z’n spoor wel door het zand. We hebben ons geïnstalleerd voor de komende dagen. Hoeveel? Dat weten we pas als we hier weer zijn vertrokken.

eerst schoorvoetend...

...en toen mocht het toch

door de poort in Rissani

daar staan we weer, aan de rand van het zand

het avondlicht...

kleurt.....

wat een voorrecht dat we hier iedere avond naar kunnen kijken

13 maart: Merzouga

We hoefden vandaag niet te rijden, dus konden we rustig aan opstaan. De baguettes hingen niet aan de spiegel in het tasje, maar konden we afhalen bij het winkeltje direct achter de camper. Bij nader inzien had de medewerker mij dat gistermiddag ook wel verteld. Maar door de combi van rap Frans en mijn niet al te best horende oren, was dat bij mij niet doorgekomen.

Na de koffie hebben we de fietsen weer van het rek gepakt en zijn eerst met z’n vieren even naar Hotel Kanz Erremal gefietst. Vorig jaar hadden we hier één nacht gestaan en zijn toen vertrokken vanwege de bouwactiviteiten. Men was toen bezig met het realiseren van appartementen. De bouwerrij was nu nog steeds gaande en het zwembad stond droog. We hadden gehoopt dat we ‘mon ami’ nog zouden treffen. Vorig jaar herkende hij ons van de jaren daarvoor. We hebben hem nu helaas niet gezien, misschien proberen we het nog een keer, we zijn hier nog niet weg.

Wij zijn naar Centre Merzouga gegaan, C&W de andere kant op. Wij moesten weer wat verse groente hebben voor ons maaltje van vanavond. Het lijkt een rode draad door onze reis, maar met de nadruk op ‘lijkt’. We koken en eten hoofdzakelijk gewoon in de camper. En dan het liefst met verse producten die we bij de plaatselijke (groente) winkeltjes kopen. We zoeken dan zelf uit wat we nodig hebben, maar niet te veel. Soms treffen we het dat het supervers is, soms ook iets minder. En de ervaring heeft ons geleerd dat je het niet lang moet willen bewaren. Dus halen we het regelmatig vers. Lekker op de fiets, en je hoeft er hier niet over in te zitten dat je je regenjas en –broek niet bij je hebt. Maar bandenplak dan weer wél. In het dorp zijn verder voldoende winkeltjes waar we in principe alles kunnen kopen wat we nodig hebben. En ook restaurantjes. Bij een heel kleintje met een terrasje van nog geen tien vierkante meter hebben we een glas jus d’orange gedronken, weer vers geperst natuurlijk. Nadat we met de volle fietstassen en rugzak weer bij de camper waren, hebben we het zwembad van de camping getest. Nou, een zeer ruime voldoende en voor herhaling vatbaar. De betegeling rond het bad was volledig vernieuwd. Men is nog bezig ook verder nieuwe tegels te leggen.

Tegen de avond zagen we weer veel dromedarissen, men zegt hier gewoon kamelen, met toeristen op de rug de duinen in lopen voor een zonsondergangtocht. De rust die van die langzaam lopende dieren en de goudgekleurde duinen uitgaat werd ook vanavond weer verstoord door motor- en quadrijders. In het dorp zijn al drempels gemaakt tegen deze vaak hard rijdende ‘toeristen’ en de 4x4-terreinwagens. Jammer.

Op de camping is het trouwens verbazend rustig. Gistermiddag kwam er een ACSI-reisgezelschap met twaalf campers/caravans binnen. Die vertrekken vrijdag weer. En als er verder niets bij zou komen, blijven we dan met hooguit tien campers over.

Het weer liet zich vandaag weer van een uitstekende kant zien: 28º en weinig wind. We hebben de camper ongeveer met de kop naar het noorden staan. Tijdens de ochtendzon kunnen we gewoon aan de zonkant buiten zitten, het is dan nog niet te warm. Zodra de zon op z’n hoogst is, komen we in de schaduw en hebben dan geen luifel nodig. Het reisgezelschap werd geadviseerd net andersom te gaan staan.

weinig plaats meer voor campers bij Kanz Erremal

het blijft boeien

op naar...

...de zwembadtest

de rust, de ruimte, het 'gouden' zand door de laagstaande zon gekleurd

hiervan zie je er (te) veel in de duinen

naar de duintop voor de ondergaande zon...

...met moeders mooiste

14 maart: Merzouga

Als je hier in Merzouga aan de zandduinen staat en ’s morgens om halfnegen de deur van de camper open doet, zou je de stilte moeten kunnen horen. We hebben dat vanochtend geprobeerd en het is weer mislukt. We hoorden niet de stilte maar in de verte al het geraas van motoren, quads en 4x4-SUV’s die de duinen doorkruisten. En dat gaat de hele dag door. Onderweg naar Merzouga werden we er eigenlijk al een beetje op voorbereid. Met Parijs-Dakar-achtige snelheden werden we ingehaald door deze kolonnes motoren en SUV’s. Naar verluid zullen er maatregelen worden genomen tegen het racen in de duinen. Mogelijk dat er een specifiek deel van het duinlandschap voor wordt aangewezen. We zijn benieuwd.

Op de temperatuur was, net als gisteren, helemaal niets aan te merken. Wel stond er wat meer wind, maar dat maakte het wel aangenaam.

We zijn lui geweest vandaag, niet veel gedaan en dan dus ook niet zo veel te melden.

In de namiddag komt één van de campingmedewerkers langs voor de broodbestelling. Maar omdat er maar zo weinig campers staan, kent hij eigenlijk de bestelling al en steekt van afstand twee vingers op en roept “baguettes?”. De volgende ochtend kunnen we ze achter de camper ophalen en afrekenen. Twee baguettes: DH5.-.

Thuis kopen we af en toe een bus Pringles, die ovaal ronde chips met paprikasmaak. Maar dan de namaakversie wel te verstaan van Lidl. Hier zijn ook Pringles te koop. De originele en ook een namaakversie, in dit geval van Marjane. En nou denken wij aan die chips te kunnen zien wat de kwaliteit van de wegen was waarover de vrachtwagen reed die de Pringles vervoerde. In Nederland zijn de wegen van goede kwaliteit met als resultaat dat er nauwelijks tot geen chipsgruis in de bus zit. In Marokko wordt erg hard aan verbetering van de wegen gewerkt, gelukkig maar.

Voor zonsondergang zijn we nog even een klein eindje de duinen in gelopen. Bij de eerste zandhoop, direct achter de camper, de Crocks uit en op blote voeten door het ragfijne zand banjeren.

chips, aangevoerd via slechte weg?

geen van deze tenten op de camping waren verhuurd

ook op de camping: muurschildering

zandduin, waar eigenlijk een camper hoort te staan

groenteboer op de camping

en dit is z'n bestuurderscabine

kunstwerk op de camping

hoofdgebouw...

...en de weg er langs naar de camping

kijk en geniet.......

170º panorama met op de voorgrond het ACSI-reisgezelschap en linksachter staan wij

15 maart: Merzouga

Er worden op veel plaatsen dagelijkse ‘woestijnreizen’ met een 4x4-terreinwagens aangeboden. Ook de groep met campers/caravans die hier afgelopen dagen stonden, hadden zo’n reis gemaakt. En we hoorden dat ze bij een meer waren geweest. Dat meer bleek zich op fietsafstand van de camping te bevinden. We hebben een route opgezocht met Maps.me en die was acht kilometer lang, dat was te doen.

Het meer heet Lac Dayet Srij. Oorspronkelijk, heel lang geleden, was het een zoutwatermeer. Nu krijgt het meer z’n water van de regen. En bij hevige regenval laat men ook nog vanuit het stuwmeer bij Errachidia water via de rivier de Ziz naar het meer stromen. Het water van het meer wordt o.a. gebruikt voor irrigatie.

We fietsten eerst naar het dorp Merzouga. Op de kruising van de R702 en de N13 rijd je vervolgens via een aantal ‘pistes’ en gedeeltelijk op geleiding van Maps.me naar het meer. Net zoals Merzouga zelf, ligt het meer ook op 700 meter hoogte. Net voordat we er waren reden we iets omhoog en zagen het meer in de verte liggen. Nog een paar honderd meter verder en we stonden aan de oever. Regelmatig stopte er een auto met toeristen. Je kon er op wachten dat de man op de brommer er aan kwam, zijn kleedje neerlegde en z’n koopwaar aanprees.

Aan de overkant van het meer zagen we langs een groot deel van de oever heel veel flamingo’s. Het meer is niet erg groot, dus omfietsen naar die overkant was gemakkelijk te doen. Wel goed oppassen natuurlijk waar je fietste, want er loopt niet een geasfalteerd fietspad, maar slechts een paar karresporen met soms scherpe stenen. Eenmaal aan de overkant waren we dichterbij de flamingo’s en zagen af en toe een groepje komen aanvliegen. We hebben daar een tijdje gewacht, ons broodje gegeten en wat gedronken. In de hoop dat er misschien wel veel meer zouden komen of juist hiervandaan wegvliegen. Het gebeurde niet en we zijn rustig aan weer teruggefietst. Niet via dezelfde weg, we konden ons oriënteren aan de hand van het hoge duin achter de camping en zijn in een min of meer rechte lijn naar de camping gefietst, weer via karresporen.

Op de camping was de keus niet zo moeilijk, het zwembad lag er zeer aanlokkelijk bij.

goed voorbereid, je weet maar nooit

onderweg...

...ja, maar naar welke 'weg'

in de verte ligt het meer

en ook hier: een camper

de flamingo's aan de overkant

turend naar de andere kant van het meer

zie je deze brommer...

...dan is de handel dichtbij

en meer klanten

inmiddels aan de overkant...

...waar de meeste flamingo's waren

en nog meer

en met de verrekijker...

zie je ze nog beter

op de terugweg: kamille

twee panoramafoto's van Lac Dayet Srij: boven de toegang vanaf de oostkant en onder de westkant;

elke panorama is samengesteld uit 25 verticale opnamen die daarna elk zijn samengevoegd tot één brede foto

16 maart: Merzouga

Volgens ‘welingelichte bronnen’ zou er vandaag souk zijn in Merzouga. We zijn om halfelf op de fiets gestapt, op naar Centre Merzouga. Maar onderweg bekroop ons al het vermoeden dat het waarschijnlijk toch niet zo was. Er was te weinig volk op de been. Van andere keren dat we naar een souk gingen, wisten we dat op weg er naar toe ons meestal mensen met volgeladen tassen en karren tegemoet kwamen, zij hadden de inkopen dan al binnen. In Merzouga was het net zo rustig, of druk, als de andere dagen. We hadden gehoopt onze groentevoorraad aan te vullen, helaas. Bij de plaatselijke handelaren was ook geen nieuwe groente aangevoerd.

We hadden afgesproken C&W daar te treffen en hebben daar met z’n vieren gegeten. Daarna nog even het dorp doorgelopen en weer naar de camping gefietst. Het zwembad wachtte op ons.

Merzouga, de hoofdstraat: winkeltjes en restaurantjes

en straatjes

eerst wilden ze meerijden, toen de fiets hebben en later speelden ze met de fietsbel en de verlichting

17 maart: Merzouga

Omdat we gisteren de souk in Merzouga hadden gemist, informeerden we vanochtend bij de fossielenman, de beheerder van de kiosk achter ons, wanneer de souk in Hassilabied is: “aujourdhui”, vandaag dus. Niet getwijfeld en getreuzeld, fietsen van ’t slot en gaan. Hassilabied is een dorpje heel dicht bij de camping. Ga je de poort uit en je slaat rechtsaf dan ben je er binnen een paar minuten. Centre Merzouga daarentegen ligt iets verder bij de camping vandaan. De poort uit en linksaf en het is dan met een kwartiertje fietsen ook bereikt.

Maar toen we in Hassilabied waren, was het daar net zo stil als de dag er voor in Merzouga. Geen souk, dus geen verse groente en fruit. Niks aan te veranderen. We hebben toen een aantal boodschappen bij de plaatselijke supermarkt gedaan. Inderdaad een supermarkt, waar je zelf de producten uitzoekt en later met het volle mandje bij de kassa afrekent. We hadden omgerekend voor ongeveer €20.- aan boodschappen. We waren de winkel nog maar amper uit toen die werd gesloten. Middagpauze, of hadden wij z’n dag goedgemaakt.

Net buiten het dorp is een grote open vlakte waar kamelen, pardon dromedarissen, uitrusten en foerageren. ’s Avonds moeten ze weer aantreden voor de zonsondergangsafari. We hebben er een tijdje rondgewandeld en gekeken. Er kwamen drie groepen met kinderen langs, mogelijk drie schoolklassen. Een aantal kinderen werd door de begeleiding gefotografeerd naast een dromedaris. Eén van de jongetjes zwaaide een paar keer naar Gerard, die zwaaide uiteraard terug. En plots kwam hij naar hem toelopen, en begroette hem met een handje en een wang-wang-groet, aandoenlijk. De rust werd ook daar weer verstoord door een groep quads die met hoge snelheid langs reden, een zand- en stofmist achterlatend. Ook in Hassilabied, net als in Merzouga, zijn inmiddels op meerdere plaatsen drempels in de wegen gemaakt om de snelheid wat uit het verkeer te halen. Het lijkt wel of sommige bestuurders van motoren, quads en SUV’s denken dat in heel Marokko de Parijs-Dakar rally kan worden verreden.

Op een terrasje hebben we een nos-nos gedronken.

En terug op de camping, wat dacht je: zwembad natuurlijk. Dit zullen we gaan missen zodra we weer noordelijker gaan.

Hassilabied

Tussen 16:30 en 17:00 gingen de eerste karavanen weer de duinen in voor de traditionele zonsondergang, bekeken vanaf een hoge duintop. Maar rond 17:20 werd de zon afgeschermd door een paar wolken, waardoor de hoge duintop waar we op uitkijken, in de schaduw kwam te liggen. Om ongeveer 17:45 zagen we aan de horizon het eerste zand in de lucht verschijnen. Inmiddels werden alle campinggasten gewaarschuwd voor een ‘tempête de sable’. Jawel, een zandstorm. Tentjes werden opgepakt en de was van de lijnen gehaald. Wij hebben de stoelen opgeborgen en de fietsen op de drager en onder de hoes gezet. Ramen, deuren en luiken dicht. Het werd wel warm in de camper.

We konden duidelijk de afscheiding van de met zand gevulde lucht en de heldere lucht onderscheiden. Konden we in het begin de contouren van de duinen nog zien, dat veranderde snel. Het zicht werd volledig ontnomen door de zandstorm. Vorig jaar hebben we hier ook een zandstorm meegemaakt. Die duurde toen een dag en begon ’s morgens al op tijd waardoor we toen de hele dag in het hotel hebben doorgebracht. Het lijkt nu minder lang te zullen gaan duren. Maar omdat het inmiddels volledig donker is geworden, kunnen we de lucht niet meer zien en wat zich daarin mogelijk nog ontwikkelt. De wind is (21:00) wel gaan liggen en dat geeft hoop. Wat we wél zeker weten is dat morgen de stofzuiger overuren gaat maken en daardoor de zon extra z’n best moet doen om de accu’s weer vol te krijgen.

Over de temperatuur hebben we nog steeds geen klagen. Afgelopen nacht werd het 15º en overdag 28º. De nachten zijn gelukkig nog niet te warm.

16:52

17:22

17:27

17:28

17:28

17:29

17:43

17:46

17:47

17:49

17:50

17:57

17:58

17:59 (foto vanuit de camper)

18:30 (het hoge duin wordt weer zichtbaar)

18 maart: Merzouga

Nadat gisteravond de rust was weergekeerd, hebben we nog een paar ramen open gezet om de warmte kwijt te raken. Gelukkig viel de zandstorm mee vergeleken bij die van vorig jaar. Ook was er lang niet zoveel stuifzand naar binnen gewaaid, waardoor de schoonmaak ook vrij snel achter de rug was. We hebben nog wel even de ladder tegen de camper gezet om de zonnepanelen stof- en zandvrij te maken.

Het is nog steeds erg rustig op de camping. Er staan ongeveer vijftien campers, waarvan geen enkele Franse. Van voorgaande jaren herinneren we ons dat het veel drukker was, ook rond deze tijd. Omdat we morgen weer vertrekken, hebben we vanavond alvast afgerekend. Een camping met uitzicht op de duinen, waar je níet tussen vier muren staat, met een lekkere warme douche, water tanken en toilet lozen, met vriendelijk personeel en niet te vergeten een prachtig schoon zwembad voor maar DH 50.- per nacht (wij gebruikten geen stroom).

De dag begon met een heldere strakblauwe lucht. De nachttemperatuur was 12º en overdag werd het 29º. Rond het middaguur verschenen er, net zoals gisteren, wat wolkjes en we vreesden al voor een herhaling van zetten. Gelukkig bleef de harde wind uit en daarmee ook het stuifzand. Wel zagen rond de tijd van zonsondergang zich een brede wolkenband vormen in het westen. Hoewel er weer een behoorlijk aantal mensen met de zonsondergangkaravaan naar de duintoppen gingen, hebben die waarschijnlijk geen waar voor hun geld gehad.

We waren een paar dagen geleden al naar de buurcamping geweest, Hotel Kanz Erremal, om ‘mon ami’ te begroeten. Hij was er toen niet. Vanochtend zijn we in de herhaling gegaan, hij was er nu wel. Hij herkende ons nog steeds en het werd een hartelijke ontvangst. We verkeerden in de veronderstelling dat hij op het terrein woonde, niet dus. Hij woont in Merzouga. We hebben hem uitgelegd waarom we niet bij hem op de camping stonden en hopen hem volgend jaar weer te ontmoeten, insjallah. Vanuit Kanz Erremal zijn we naar Hassilabied gefietst om een paar aardappelen te kopen voor vanavond. Ook daar zagen we weer quads te huur staan voor de plezierritjes door de duinen.

Het was drukkend warm en we hebben ons verder rustig gehouden. Schaduw, glaasje fris en een boek. Prima te doen.

ochtendlicht op het duin

mon ami

de gardien van KE

altijd vriendelijk

quadverhuur

midden tussen de duinen

waterput

nu nog vol goede moed

liep zomaar rond de camper

19 maart: Tissirt (camping)

We hebben Ali, de man op de camping die voor ons dagelijks brood zorgde, de hand geschud en bedankt voor z’n goede zorgen. Daarna zijn we vertrokken van de camping en reden via de N13 naar Camping Tissirt Ziz, ongeveer 15 kilometer ten zuiden van Meski. De toegang naar de camping is een beetje steil, maar goed te doen. Nadat C&W ook binnen waren, hebben we ons ingeschreven. We werden door de zeer vriendelijke en keurig geklede Marokkaanse eigenaar met thee ontvangen. Hij vertelde o.a. dat het hier in de zomermaanden erg warm kan worden. Tot wel 50º. We moeten er niet aan denken dan hier nog te zijn. Wij vinden het hier op dit moment heerlijk warm en lopen in korte broek en T-shirt. De Marokkanen niet, die zijn nog winters gekleed. Soms met dikke gewatteerde jassen.

De camping ligt op 935 meter hoogte en het is hier nu (21:15) nog 19º. Het is trouwens de eerste camping waarbij we geen gebruik kunnen maken van onze WiFi-router. We hebben helemaal geen bereik. We gebruiken nu het netwerk van de camping, maar dan wel vanaf het terras, anders is de afstand tot de camper weer te groot.

Het was een kort ritje vandaag, slechts 100 kilometer. Halverwege de rit, ongeveer natuurlijk, stopten we bij de fontein die dag en nacht, jaar in jaar uit, water met een heel hoog ijzergehalte de lucht inspoot. Spoot inderdaad, want ook vorig jaar al kwam er geen druppel meer uit. De nomadentent met souvenirs en ander handwerk stond er nog. Maar we kunnen ons voorstellen dat z’n handel er niet beter op geworden is nu de fontein niet meer spuit. Want vroeger was die van aftand al goed te zien. Het hokje met de spuitmond staat er nog, maar alles is letterlijk opgedroogd.

Op de camping zou volgens Campercontact plaats zijn voor twintig campers. Dan heeft het meer weg van een luxe parkeerplaats met douchemogelijkheid dan van een camping. Gelukkig staan wij er samen met slechts zes ander campers. De camping grenst aan weerskanten aan een oase met een palmenbos. Als je de poort uit loopt naar rechts, dan is er een dorpje op één kilometer. Ga je de andere kant op dan is er eentje op anderhalve kilometer afstand. Wij hebben vanmiddag de korte afstand genomen. Men noemt het al snel een dorpje, als er meer dan een tiental huizen en gebouwen staan. En natuurlijk een moskee. Ter hoogte daarvan zijn we weer omgedraaid. We hadden op de heenweg al een aantal doorgangen naar het palmenbos gezien, zodat we via het bos weer naar de camper konden lopen. Halverwege raakten we heel toevallig in gesprek met een jonge vrouw. Ze hield een hele mooie versierde zwarte sjaal voor zich en keek er doorheen naar ons. Een praatje volgde, maar dat ging moeilijk. Wij spreken onze eigen taal en een beetje Frans en hetzelfde gold voor haar. Met het verschil dat haar eigen taal het Berber is. Namen werden uitgewisseld, maar we hebben de hare niet kunnen onthouden. Wel haar leeftijd, zij was zesendertig en had één dochter. Waar we elkaar troffen woonde ook haar moeder. Een echt oude vrouw, althans zo leek het ons maar haar leeftijd werd niet genoemd. We werden uitgenodigd binnen te komen voor de thee. De thee werd gezet en op een blad samen met pinda’s en koekjes binnengebracht in de woonkamer. Een vierkante kamer van ongeveer 25 m2. Met langs twee wanden een paar matrassen op de grond. Op één daarvan lag een stapeltje wasgoed. Het zag er allemaal heel schoon en opgeruimd uit. Toen ze de thee had ingeschonken verontschuldigde ze zich, ze moest met haar dochter naar Errachidia. Haar moeder bleef alleen over met ons en wist niet goed raad met de ontstane situatie. Temeer daar, bleek ons later, de moskee de goegemeente had opgeroepen tot het gebed. Ze frunnikte wat met een kleedje, totdat ze het uiteindelijk in een hoek van de kamer neerlegde en ging bidden. We hebben dat rustig afgewacht. Daarna gaf ze aan ook wel een kopje thee te lusten en Gerard heeft de traditionele ‘hoge thee’ ook voor haar ingeschonken. Moeder kon zich absoluut niet verstaanbaar maken en ook de handgebaren droegen niet bij aan duidelijkheid. Na een kwartiertje hebben we haar uitgelegd dat we weer vertrokken en hebben haar de hand geschud. Het was een bijzondere ervaring.

Daarna zijn we het bos ingedoken. Langs de rand, tussen de bebouwing en het bos, loopt een irrigatiegeul met zijkanaaltjes, dat gevoed wordt door het stuwmeer bij Errachidia. Via het pad langs die geul zijn we weer terug naar de camping gelopen en voor we er erg in hadden stonden we voor een muur waarachter we het openstaande luik van onze camper herkenden. Niet verdwaald dus, wij blij. Nog even langs de muur omhoog en we waren weer bij ons huisje. Omdat de camping grenst aan de palmentuin, waren we de zon eerder kwijt dan dat die echt onder ging. Maar in het laatste zonnetje hebben we met z’n vieren nog een wijntje gedronken. Al weer een dag voorbij. We beginnen heel voorzichtig af te tellen.

het verschil tussen 2016 en nu; de spuitopening is er nog en de aarde rondom is nog bruin gekleurd

de ingang naar de camping

vanaf hoog via een haarspeldbocht...

...naar beneden

de bouw...

...van een nieuw toiletgebouw

via het dorp...

...naar de palmtuin

zomaar spontaan, op theevisite

20 maart: Tissirt (camping)

Omdat we wisten dat op de camping geen brood wordt verkocht en het dichtstbijzijnde winkeltje op anderhalve kilometer ligt, hadden we gisteren al brood voor vanochtend ingeslagen. Thuis kun je brood wel een paar dagen bewaren, hier niet. Het was tamelijk hard en droog. Nou kwam dat op zich wel weer goed uit wat het smeren met de boter betreft. Want we hebben nog geen broodboter kunnen vinden die je gemakkelijk kunt uitsmeren op vers brood. Het is meer een zaak van het brood beplakken met boterkrullen dan smeren.

Direct na de koffie zijn we weer gaan fietsen. Liepen we gisteren de poort uit naar rechts, vandaag werd het links. Waar we gisteren liepen hadden we al opgemerkt dat daar geen winkeltjes waren. We moesten brood hebben voor de lunch en ook voor morgenvroeg. Wat wel weer heel bijzonder was, we vonden twee winkeltjes tegenover elkaar, waar je verder geen enkele ziet. We namen ook wat groente voor vanavond mee.

Met goedgevulde fietstassen zijn we verder gereden langs gebouwtjes en huizen. En in al die huizen wonen mensen, gezinnen. Maar we zagen in verhouding weinig mensen en de deuren en ramen waren meestal gesloten. We zijn een paar kilometer doorgereden, ongeveer tot waar de gewone bebouwing ophield. Het leek alsof die werd afgesloten door een super-de-lux hotel. We hadden gehoopt een rondje te kunnen rijden, maar dat lukte niet. Als we waren doorgefietst waren we misschien wel in Meski uitgekomen. Aan de ene kant keken we op naar de gigantisch hoge rotswand en aan de andere kant over de uitgestrekte oase met palmbossen.

We worden hier trouwens wel steeds bedrevener in het fietsen met onze mountainbikes. Dat móet ook wel, want waar we vandaag reden had soms weer geen enkele overeenkomst met de geasfalteerde fietspaden thuis. Grindpaden en kapotgereden karresporen. Allemaal gelukkig wel droog. Als er ooit een behendigheidswedstrijd wordt uitgeschreven voor gepensioneerden op een mountainbike……

De temperatuur was afgelopen nacht slechts 9º en werd vandaag ongeveer 23º, wij klagen niet.

Na de middag hebben we het eerste deel van de rit nog een keer gedaan en zijn toen afgeslagen in de richting van de rivier de Ziz. De bron van de rivier ligt in het Hoge Atlasgebergte. De rivier is 282 kilometer lang en eindigt in de Sahara in Algerije. Wat wij vandaag zagen was maar een heel klein gedeelte van de rivier.  Het water stroomde vrij snel en was verre van helder.

Tijdens onze wandeling van gisteren hadden we achter een muur een machine zien staan, maar konden niet ontdekken waarvoor die diende. Vanmiddag zagen we hem aan ’t werk: een hakselaar. Vanuit de huizen werd verzameld restmateriaal aangevoerd, waaronder stro, brood, mais, dadels en nog meer. Dit alles werd op een kleed op de grond gemengd en later boven in de machine gegooid. De fijngemalen mix werd in zakken opgevangen en dient voor veevoer. Men was enthousiast dat we bleven kijken en probeerden ons het hoe, wat en waarom uit te leggen. Het eindresultaat liet men ons zien. Foto’s maken? Geen enkel probleem. Dat verschilt nog al eens.

Zoals al opgemerkt, gebruiken wij het internet van de camping. Onze router kan geen zendmast vinden. Maar soms zit er een behoorlijke deuk in de snelheid van de camping-WiFi. En Cor vond vanmiddag de oorzaak. Jeugd zit buiten de muur van de camping, net achter de receptie waar de WiFi-bron hangt en profiteert zo mee.

de supermarkt...

...heeft (bijna) alles

schuin tegenover de fietsmaker

en het fiets-, voet-, auto- en brommerpad

de omgeving waar we reden

de lege gasflessen bij de deur worden omgeruild voor volle

een ommuurde begraafplaats

graven met...

...grafsteen

drinkwaterkruik met beker voor de dorstigen

(een heel klein deel van) de Ziz

dit is de machine...

...dit gaat er in...

...en dit komt er uit

de 'lounge' van de camping met (Franse) boeken

wordt hard gewerkt aan nieuw toiletgebouw

warm water van houtgestookte boiler

21 maart Lkheng (Kasbah Juressique)

Het was een koude nacht met slechts 7º. En het maximum van vandaag was maar 20º. We zijn meer gewend.

Om tien uur vertrokken we vanaf de camping. Hartelijk uitgeleide gedaan door de vriendelijke eigenaar. Als afscheidscadeautje kregen we een mooie witte steen: selinite. Selinite wordt onder andere gevormd door oxidatie van kalkhoudende kleiafzettingen. Selinite wordt weleens verward met bergkristal omdat ze qua uiterlijk erg op elkaar lijken. Ze zijn echter gemakkelijk te onderscheiden doordat het oppervlak van seleniet met de nagel bekrast kan worden. Bij bergkristal is dat niet mogelijk omdat dat mineraal veel harder is.

Via de N13 reden we richting Er Rachidia, waar we nog even wat boodschappen bij de supermarkt hebben gedaan. En bij het naastgelegen tankstation ook wat voeding voor de camper ingeslagen.

Net ten noorden van de stad ligt Barrage Hassan Addakhil. Het stuwmeer dateert uit 1971 en heeft een capaciteit van 312,8 miljoen m3. Het voorziet o.a. het Lac Dayet Srij, dat we per fiets vanuit Merzouga bezochten, van water. We vonden een mooie parkeerplaats met uitzicht op het meer. Aan de rand van het meer stond zelfs een camper. Er loopt inderdaad een pad naar het meer, maar daar waagden wij onze campers niet aan. We zijn naar het meer toegelopen. Het waaide nogal en het meer ligt op 1170 meter hoogte. Het was er frisjes, maar met een zeldzaam mooi uitzicht. Terug bij de camper hebben we een broodje gegeten. En natuurlijk waren ook hier weer souvenirverkopers.

We zijn weer verder gereden, het doel was camping Kasbah Juressique, midden in de Gorge du Ziz. We staan hier omringd door de hoge rotsen. De camping heeft ook een zwembad, maar dat wordt op dit moment gerestaureerd. Bovendien, het was te koud om te gaan zwemmen. We hadden gelezen dat men hier een lekkere tajine kip met pruimen serveert. We hebben met z’n vieren in het campingrestaurant gegeten.

De camping ligt op 1200 meter, het zal wel weer een koud nachtje worden.

de 'afscheidssteen'

daar beneden fietsten we gisteren

Kasbah Juressique

receptie/restaurant

gewoon, mooie plaatjes van het stuwmeer | behalve het laatste: op veel plaatsen gebroken glas, gedumpt of 'gewoon' achtergelaten

Barrage Hassan Addakhil: panorama van ± 170º samengesteld uit 17 verticale opnamen

Barrage Hassan Addakhil: panorama van ± 180º samengesteld uit 18 verticale opnamen

Gorge du Ziz, achter de camping: panorama van ± 180º samengesteld uit 16 verticale opnamen

22 maart: Azrou

Ook vannacht was een koude nacht met 7º. Een uurtje voordat we om halfnegen opstonden hadden we de kachel al even aangezet, want het minimum in de camper was 10º. Vandaag werd het uiteindelijk 22º.

Het eerste deel van de rit van vandaag ging nog door de Gorge du Ziz met hoge bergkammen. Het was al weer een mooi landschap om doorheen te rijden. Koffie dronken we op een klein parkeerplaatsje langs de N13 op 1500 meter hoogte. We zijn even buiten geweest om een paar foto’s te maken van de loop van de Ziz, maar al snel weer in de camper gedoken, het waaide er en het was er gewoon koud.

We passeerden de Tunnel du Légionnaire. Zonder machines, alleen met behulp van explosieven, gemaakt door leden van de Genie van het Vreemdelingenlegioen tussen 1927 en ’28. Een tunnel van 62 meter lang, 8 meter breed en oorspronkelijk 3 meter hoog. Tussen 1950 en ’60 is de hoogte vergroot naar 3,5 meter.

We reden een tijd tamelijk parallel aan de rivier de Ziz. Op 2190 meter passeerden we de Col de Zad. Het was inmiddels halftwee en dus tijd voor een broodje. Om en nabij de Col was een ‘Air de Repos’, ofwel gewoon een parkeerplaats. Maar zoals te verwachten was er nogal wat handel op die plaats en we reden door. We wilden een broodje met rust. Even verder was nog een parkeerplaats, kleiner dan de eerste en op 2100 meter, maar die volstond. We waren inmiddels twee jongens van een jaar of vijftien, zestien voorbij gereden die vriendelijk groetten. We hadden goed en wel ons eerste broodje gesmeerd, jawel, daar waren ze en bleven uitdagend pal voor de camper staan. We aten ons tweede broodje, maar het voelde niet goed om zo bekeken te worden. De jongens zagen er goed gekleed en wel doorvoed uit, maar wilden eten hebben. We deden daarna de afwas en eentje kwam toen naar het raam aan de achterkant van de camper. De afwas was klaar, we draaiden de stoelen weer in de rij-positie en de jongens bleven staan, vlak voor de camper en leken niet van plan weg te gaan. Pas toen we hen uitdrukkelijk wezen op de dashcam die boven achter de voorruit hangt, gingen ze acuut een paar stappen opzij en wij konden wegrijden. Maar oh wee, die gezichten.

Wat opviel vandaag waren de vele honden op en langs de weg, voor en voorbij de col. Nergens hadden we zoveel loslopende honden gezien.

Van berglandschap reden we van lieverlee naar een veel vlakkere omgeving.

Bij de plaats Aid Aissa Lemrabtine leek het net een Hollands landschap. Over een afstand van een paar honderd meter werd door vissers intensief met de hengel gevist. Even verderop zagen we een visrestaurant dat forel op het menu had staan.

We kwamen al dichter bij ons doel en al weer leek het een Hollands landschap. Alsof we door de bossen over de Veluwe reden. Maar we werden d.m.v. borden wel gewaarschuwd de snelheid aan te passen en er gold een stopverbod. Her en der zagen we apen vrij rondlopen, de Barbarijse makaken. Ze zijn niet alleen heel mooi, maar ook lichtelijk handtastelijk. Dus oppassen geblazen. We zijn even op een parkeerplaats gaan staan en hebben er naar gekeken. De handel speelde er natuurlijk weer listig op in. Overal waren pinda’s te koop: apennoten dus.

Rond kwartoverdrie waren we bij de camping in Azrou: Emirates Tourist Center, de naam wekt grote verwachtingen. De camping ligt achter het immense hotel- annex party- en congrescentrum. We waren een aantal jaren geleden hier al eens geweest en hebben toen een rondleiding door een klein deel van het complex gekregen. We wisten toen dat het geheel er al een tijdje stond. Op onze vraag wanneer het geopend zou worden: “volgend jaar”. Het is helaas nog steeds niet open en zal hoogstwaarschijnlijk ook nooit open gaan. De buitenkant ziet er nog steeds goed uit, al kun je hier en daar wel zien dat de tijd er vat op krijgt. Op een binnenplaats is een mooi, niet groot zwembad. Er zit zelfs water in, waar je echter niet doorheen kunt kijken, zo smerig. De groenvoorzieningen daarentegen worden goed onderhouden. De camping heeft volgens Campercontact plaats voor 80 campers. Die zijn verdeeld over twee terrassen. Het bovenste terras heeft een groot toiletgebouw, dat gesloten is. Al met al lijkt het een miljoeneninvestering die op de (zeer) lange termijn gedoemd is tot ruïne.

Het werd nog druk, zelfs op het tweede terras stond een camper.

routeplaatjes

hoe dichter bij Ifrane, hoe meer puntdaken

we hebben wel eens eentje op z'n kant zien liggen

in het cederbos...

...Barbarijse makaken

op en rond de camping

Emirates Tourist Center en Camping

23 maart: Fes

Zoals afgesproken met de campingbeheerder, lag er vanochtend een baguette op het tafeltje naast de camper. Zat bij de prijs in. Na het ontbijt zijn we vertrokken. Hier en daar stonden de bomen in bloei, kersen en appels.

We reden door Ifrane dat in de Midden-Atlas ligt. De stad staat bekend als wintersportoord en heeft als bijnaam "Klein Zwitserland". De bouwstijl in Ifrane is erg Europees. Hier zie je huizen met puntdaken. Als je door de stad rijdt waan je je niet meer in Marokko. Het is een welvarende stad en er liggen bijvoorbeeld ook gewoon trottoirs. Koning Mohammed VI van Marokko heeft er een paleis waar hij vooral in de zomer komt. Naar verluid is Ifrane de plaats waar de laagste temperatuur ooit gemeten in Afrika voorkwam: -24°C in 1935.

Van Azrou naar Fes was maar een tripje van 80 kilometer, dus waren we vroeg in de middag al op de camping. Het was er nog niet druk en dus veel plaatsen beschikbaar. En juist dan is het moeilijk kiezen, maar het lukte.

In de namiddag kwam nog een gezelschap Italianen met twaalf campers aan op de camping. En hoewel er nog plaats genoeg was, zetten ze hun campers neer als op een parkeerplaats. C&W en wij staan met de deuren naar elkaar toe en hebben elk onze Marokkaanse mat liggen. Daar werd door de Italianen zeer kritisch naar gekeken. En aan de andere kant van onze camper was volgens hun ook nog wel ruimte. Door onze afkeurende houding hebben we die ruimte verdedigd, er staat geen camper. We staan hier per slot van rekening op een camping, niet op een parkeerplaats.

summiere indruk van Ifrane

 

onze plek op de camping

 

en

 

 

in de schaduw onder een sinaasappelboom

klik op de foto's en/of de kaart en de afbeeldingen worden vergroot