4 mei.

We hadden tijdens de voorbereiding gelezen over diverse overwinteraars, die geruime tijd hadden gestaan in het keteldal bij Tafraout. En de ervaringsdeskundigen onder de volgers weten wat wij bedoelen. Dat wilden we ook gaan zien. Een camperplaats naast een camping met ruimte voor heel veel campers. En het centrum van Tafraout op fietsafstand. In Tafraout zijn handwerkslieden die de meest uiteenlopende klussen aan campers kunnen uitvoeren. Er zijn daar campers (deels) gespoten, frames gemaakt om het reservewiel buiten de camper te kunnen meenemen en de zithoogte van voorstoelen is verlaagd. Maar we weten niet of dat laatste wel naar tevredenheid is opgelost. Wij wilden vanuit Sidi Bibi via Tiznit, de R104 en de Col du Kerdous naar Tafraout. Cor en Wil via de andere kant, eerst naar Biougra en via de R105. Het eerste deel van onze route verliep probleemloos, zelfs nog een deel vierbaans, we wisten niet meer dat dat nog bestond. Daarna tot aan Tiffermit was het weer een lust voor het oog. We reden op 1100 meter en genoten weer van enorme mooie vergezichten. Aan de wegkanten o.a. arganbomen, maar nu geen geiten gezien. Ook werd er veel graan verbouwd. In de droge rivierbeddingen groeiden struiken met de mooiste kleuren bloemen. We volgden de navigatie, en de borden: Tafraout via Tahala.

Maar kort daarna hield de weg weer op weg te zijn en werd het een grote grindbak. We stopten bij een moskee, werkelijk een plaatje, maar wel een enorm kontrast met de omgeving. Ter plaatse van de moskee was de asfaltweg zelfs nog in stand, bijzonder. De deur stond open en we konden het niet laten even een blik naar binnen te werpen. Tot in de puntjes verzorgd met prachtig afgewerkte wanden en plafonds. We zijn maar niet naar binnen gegaan.

Op het moment dat we weer wilden verder rijden, kwam een geestelijke uit de moskee en gebaarde in de richting van de weg die wij wilden vervolgen. Hij sprak nauwelijks, maar uit de weinige woorden en gebaren konden we opmaken dat het niet verstandig was om door te rijden. Z’n ‘collega’ die er even later ook bij kwam gaf aan dat we vanaf de wegsplitsing de andere route moesten volgen. Maar nadat we de wegenkaart hadden geraadpleegd leek ons dat niet een goed plan. Op de kaart een wit weggetje met stippellijn door een gebied waarvan de hoogten van 2039 tot 2145 meter reikten. En we vonden 1100 meter al zo hoog. Kortom, wij vonden het niet verantwoord om die route te volgen. We kenden de weg niet, wisten niet hoe breed die was en niet wat we tegen zouden kunnen komen. En we zijn nog steeds voor ons plezier onderweg. We zijn terug gegaan, absoluut geen straf om dezelfde route nog een keertje te rijden en staan nu op een camping dicht bij zee in Aglou-Plage. Het strand was in de namiddag nog druk bevolkt. Morgen (maandag) zal het wel rustiger zijn. De temperatuur is hier aan zee aangenaam warm en is inmiddels (21.15) gedaald tot twintig graden. Van Cor en Wil hoorden we later via sms dat zij ook een moeizame rit hadden gehad met omleidingen. In het keteldal was het te warm, ze zijn naar de camping gegaan. Wij blijven hier morgen staan en hopen de camper aan de buitenkant weer toonbaar te kunnen maken.

5,6 en 7 mei.

Achteraf gezien hadden we de alternatieve route naar Tafraout kunnen/moeten rijden, maar ja, gedane zaken nemen geen keer. De tip hiervoor kregen we van camperaars die hier ook waren en nu weer thuis zijn. Nieuwe tijd, nieuwe kansen, zullen we maar zeggen.

Inmiddels was, zoals al gemeld, de camper niet meer om aan te pakken. Veel gereden door stof en zand, soms gepaard gaand met een beetje nattigheid. En wat schetste onze verbazing, naast de receptie van de camping, een “Lavage”.

Wij gingen er vanuit dat je hier zelf de camper kon wassen. Nee hoor, binnen de kortste keren waren er twee mannetjes opgetrommeld die het klusje gingen klaren. Maar dan wel in een tempo waaraan wij nog steeds moeten wennen. Eerst moest er een slang worden gezocht om af te spuiten. Toen moest die slang aan de kraan worden bevestigd. Nee, niet met een oranje/grijze koppeling. De slang werd eerst tien centimeter over de kraanuitloop geschoven en daarna met tape vastgezet, hopelijk houdt dat de druk. Nou beginnen dan maar, nee eerst werd het autootje dat onder de overkapping stond afgespoten, waarschijnlijk om te controleren of het water wel echt nat was. En ze bleven maar op elkaar hakketakken. Mister sombrero bekeek vanaf de ladder het dak van de camper en trok een zeer bedenkelijk gezicht. Ik moest ook kijken en ik dacht om te constateren hoe vuil dat dak was, maar dat wist ik wel. Maar nee, hij bedoelde dat er voor hem bijna geen plaats op het dak was, twee zonnepanelen, vier dakluiken en een schotel. Even later zou hij de grote stap toch maken, maar daar kon ik hem nog net van weerhouden, op het camperdak wordt niet gelopen. Al met al, ze hebben zeer hun best gedaan en de camper was weer wit. En dat voor 60 DH.

We hebben daarna de fietsen gemobiliseerd, en dan bedoel ik eigenlijk ook grondig schoongemaakt, en zijn de nabije omgeving van de camping gaan verkennen. Veel variatie was hier niet, bovendien veel klimmen en dalen. We hadden de camping uitgezocht vanwege de aanwezigheid van een zwembad. Dat hadden we de hele route al gedaan en dat beviel prima. Warmte, een beetje inspanning en daarna afkoeling, een prima combinatie. En gelukkig, hier was er ook eentje. Alleen zonder water. Maar we stonden gelukkig wel heel dicht bij het toiletgebouw: helaas gesloten. Bovendien was dit ook nog zowat de duurste camping die we tijdens de hele route hadden bezocht. We denken dat wanneer het woordje ‘plage’ om de hoek komt kijken, wij meer alert moeten zijn. Kortom, geen camping voor veel langere tijd om te verblijven.

We zijn dinsdag vanuit Aglou Plage vertrokken en via Tiznit, Sidi Bibi en de ringweg van Agadir een beetje noordelijk gegaan. Hoewel acht weken bijna onuitputtelijk lijken, hebben we toch nog een aantal dingetjes op het programma staan die we willen bekijken en/of meemaken en we moeten dus iets meer gaan plannen. Hoewel dit een woord is dat we hier eigenlijk liever niet gebruiken.

We hadden een camper-/gedoogplaats uitgezocht aan de kust bij het plaatsje Taghazout. Een hele grote zandplaat met ruimte voor meer dan honderd campers. Die stonden er vandaag niet meer, hooguit tien. In de overwintermaanden wordt deze plaats veelvuldig en waarschijnlijk ook langduriger gebruikt. Vanmiddag kwam de waterwagen langs.

Een hele oude rode truck met een grote tank op de laadbak. Hij kon de campers van (drink)water voorzien. We staan aan de rand van de plaats met vrij uitzicht op zee. Ook vanmiddag zijn drie van de vier reizigers in zee geweest. Van zwemmen kwam niet echt veel terecht.

Wat ik begreep was het al moeilijk om je in de branding staande te houden. En een deel van de lezers van deze site weet dat ik zwemmen in een (camping)zwembad heel aangenaam vind. Maar zeewater boven kniehoogte is toch echt een beetje te veel gevraagd voor mij. Bovendien moest er natuurlijk iemand zijn die ‘bewijsfoto’s’ van deze happening kon maken. Het is nu halfvijf en nog steeds zevenentwintig graden. Goed toeven hier.

8 mei.

We hebben Thagazout vanochtend, na een rustige nacht verlaten. Dit in tegenstelling tot de vorige nacht, het stormde toen en de vuilnistonnen gingen spontaan aan de rol. Gelukkig geen van onze campers geraakt. De camperplaats werd niet alleen bevolkt door campers, ook een tiental huishonden woont hier. Ze zochten beschutting in de schaduw van de campers of gingen er onder liggen. Wel even opletten dus als je de camper, zonder motor, van de blokken liet glijden.

We namen de kustweg en waren oorspronkelijk van plan om nog even naar het kleine vissersdorpje Tafedna te gaan. Koelkastperikelen deden ons besluiten om direct naar Essaouira te gaan, naar camping Sidi Magdoul D’Essaouira. Niet een gezellige mooie en goed onderhouden camping, absoluut niet. Maar wel een goede uitvalsbasis om morgen met de fiets naar de stad te gaan. Het weer onderweg was goed, af en toe een beetje mistig. Op zee was goed de hoge branding te zien. Maar hier op de camping stormt het en het is buiten de camper en in de wind gewoon koud en de camper staat te schudden op de wind.

De afgelopen dagen hadden we uiteraard geen stroom en de koelkast koelde op gas. Althans dat was de bedoeling. Maar de temperatuur steeg in plaats van te dalen. Op de camping dus eerst maar de brander gedemonteerd, zo goed en zo kwaad als het ging schoongemaakt en een  nieuwe sproeier gemonteerd. Die hadden we gelukkig op reserve bij ons. Na wat tegenslag door een dolgedraaid zelftappertje, en improviseren met een klemtang als boorhouder, lukte het toch om de brander weer z’n werk te laten doen, gelukkig maar!

En altijd onderweg die mooie plaatjes:

9 mei.

We zijn vanochtend met z’n vieren op de fiets naar de stad gegaan. Wat hebben we al een plezier van onze mountainbikes gehad. De stad ligt ongeveer twee kilometer verwijderd van de camping. Vorig jaar hebben we die afstand een aantal keren heen en terug gelopen. In de stad zijn we ‘gesplitst’ en ging ieder stel z’n eigen weg. Essaouira heeft een levendige vissershaven. Daar zijn we eerst naar toe gegaan, de vis was binnen en werd deels schoongemaakt en direct, heel kleinschalig, verkocht.

Deze vis is afkomstig van de kleine vissers met de blauwe bootjes. De grotere boten werden al weer voorzien van ijs voor de tijdelijke conservering van de volgende vangst. De Medina van de stad is UNESCO werelderfgoed. Natuurlijk, net als in de andere steden, veel winkelhandel met van alles en nog wat.

Maar deze winkelhandel is verdeeld over het oude stadsgedeelte met de slagers, groentehandel, lappen en stoffen, gordijnen en jurken.

En het meer toeristische deel. Ook is de stad bekend om de kunst en kunstenaars. Veel schilderijen en handvaardigheid.

Slenterend door het toeristische deel hoorden we het geluid van een cirkelzaag. Dat bleek te komen uit de werkplaats van de naastgelegen verkoopruimte.

Een oase van prachtig houtsnijwerk. Kisten, kasten, tafels en doosjes met hooggepolijste deksels, deuren en bladen. Dam- en schaakborden, dobbelstenen in diverse maten, sierraden, te veel om op te noemen. We gingen voor de bijl en moesten een keer extra naar de camper fietsen. Eén van de vele kleine zijstraatjes was een ‘restaustraat’. We wilden wat eten en dat hadden ze daar snel door. Bij de eerste zijn we blijven hangen en aten elk een overheerlijke tajine.

Op de stadsmuur was duidelijk te zien en voelen dat het weer net zo hard waaide als gistermiddag, de plooi zou uit de broek zijn gewaaid als je tenminste zo’n broek droeg. Margot heeft hier haar hand laten versieren met een henna tatoeage. Deze zijn tijdelijk…..

Aan de bestrating en verfraaiing van de promenade wordt druk gewerkt. Toen we hier vorig jaar waren stonden we noodgedwongen op de camper-/parkeerplaats direct achter de duinen. Van hieruit konden kamelen- en quadritten worden gemaakt.

De alternatieve zakdoek. Veel klein transport in de steden en dorpen geschiedt met karretjes. Bakken van één bij één bij een half op twee (bromfiets)wielen en voorzien van een trek/duwstang. Van alles wordt hierin vervoerd en soms zijn de ladingen zeer zwaar, vol met stenen of flessen met drinkwater. De man, meestal, heeft dan geen tijd om één hand ergens anders voor te gebruiken dan de kar in beweging te houden. Maar wat te doen bij een drupneus? Vanmiddag zagen we de oplossing. Hij had waarschijnlijk al heel lang geleden zijn tong hiervoor getraind, hij kon er precies mee bij het puntje van z’n neus.

De terugrit naar de camping ging bijna vanzelf. De harde wind had toch ook zo z’n voordelen.

Zo maar, per kilo bij de specerijenwinkel......

Wij hebben het geprobeerd maar het lukt niet. Wie het weet mag het zeggen.

10 mei.

Voordat we vertrokken wilden we nog even de vuilwatertank legen. Midden op het terrein lag een oud verkeersbord met een steen er op tegen het opwaaien. Daar zou het kunnen. Zou, we hebben het maar niet gedaan, we vonden dat dit niet kon. De waterspiegel stond gelijk met de betonnen rijplaten. Ook de douches waren geen succes. Een aantal met één kraan waardoor je er van uit kon gaan dat er koud water uit zou komen. Maar ook een paar met twee kranen. Helaas ook hier slechts koud water. Ook ontbrak er soms een douchekop. Wat een genot dat we zelf de boiler konden opstoken voor een warme douche. Deze camping is geen aanrader, maar dat wisten we al.

Onderweg naar Marrakech, tweehonderd kilometer. Deels vierbaans, maar dan wel op een gegeven moment twee grazende ezels in de middenberm Je blijft je verbazen over het verkeer, de regels en de verkeersdeelnemers. In Sidi Moktar stuitten we op een dorpsfeest. Van alle kanten kwamen ruiters te paard aangereden, op weg naar het feestterrein. Aan de kopse kant van het terrein, zo groot als een voetbalveld, een tenttribune.

Telkens weer kwam er een groep ruiters in volle vaart af op die tribune en losten vlak er voor donderende knallen uit de geweren.

En vanaf de ezelkar had deze man een prima uitzicht op het gebeuren. De marktkraampjes moesten deels nog worden opgebouwd. Het mini-reuzenrad draaide nog niet en ook de paar andere kermisattracties zaten nog ingepakt. Wij vermoedden dat die pas na de ‘horse-parade’, samen met de markt open zouden gaan. We hebben dat niet afgewacht.

In de loop van de middag waren we op de camping en staan op dezelfde plaats als een paar weken geleden, vlakbij het zwembad. Dat zegt genoeg.